Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 340

KUYPER ALS REFORMATOR DER

DR.

318

ernstig ziek, het

was

te

vreezen dat tuberculose weldra

draad zou afsnijden. Toch riep

weg God met hem gehouden de vermaning

om

om

ons

hij

bij zich,

had. Tot twee uur

hij

om

's

zich niet te vermoeien trok

deelde mede, dat

KERK.,

te

zijn

nachts sprak

hij

levens-

verhalen welke hij;

van

zich niets aan. Hij

een onverschillige jongen geweest was, die

geworden was van de

zich niet eiken avond te vervelen, lid

Gereformeerde Jongelingsvereeniging daar

Op

ter plaatse.

toch ook een

de ver-

woord mede

gaderingen dier vereeniging wilde

hij

spreken en daarom was

geworden van „Standaard" en

„Heraut". Inmiddels

hij

kwam

lezer

de doleantie. Zijn vader en zwager hiel-

den eiken Zondag „gezelschap" werd, want

bij

in

een kamer, waar een preek gelezen

den modernen dominé van Benschop konden

zij

geen zielevoedsel vinden. De jonge R. was echter zoo wijs geworden, dat

hij

meende

uit „De Heraut" vromen vader en zijn

zijn

geloovigen zwager

te moeten kapittelen. Het ging niet aan, zoo met een clubje vromen stichting te zoeken, zij toonden aldus doende zich van de gemeente ter dier plaatse niets aan te trekken. En vader dacht „mijn jongen heeft gelijk" en vroeg, wat er dan gebeuren moest? Wel we moeten heel de gemeente laten weten,

sprak

hij,

dat onze samenkomsten openstaan voor iedereen, die wil luisteren.

En zoo gebeurde

het.

en het gebed van Vader R. in

de leeg staande schuur.

kwamen onder

Velen

komen

het preeklezen

De kamer werd te klein. Men ging Ook de schuur werd te klein. Men

kwam

tot een breken met de synodale organisatie tot instelling van de ambten en toen werd de behoefte aan een eigen kerkgebouw

Na eenigen was toen de jonge gevoeld.

tijd

verrees er een

R. evenwel nog

lieve,

niet

doelmatige Kerk. Maar tevreden.

De kinderen

moesten een Christelijke school hebben. En ook deze werd gebouwd. En nu hoopte de kranke nog den dag van Maandag te beleven, waarop de kinderen, die voor het eerst naar de pasgebouwde Christelijke school zouden gaan, en waarbij

kamer moesten trekken en

hij

dan voorbij het raam van

zij

ze dus zou

vertelde de kranke ook dat hetgeen

hij

mogen

zien.

eerst uit een soort van meester-

achtigheid zijn vader en zwager had voorgehouden, voor

waarheid geworden was, en dat

hij

geloof deelachtig werd, waardoor

En

zijn

daarbij

hem

levens-

de rechtvaardigmaking door het

hij

vrede met God had. Bovendien

in, dat de gemeente van de hand des Heeren zag Benschop in Kerkelijken zin geheel scheen omgekeerd te zijn. Toen de hij

zoo kennelijk er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen