Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 55
KUYPER PREDIKANT.
DR.
33
Wetende, dat men God zou moeten zijn, of ophouden als mensch te denken, om het gezag te kunnen ontberen, komt hij er voor uit, dat hij van gezag leeft, naar gezag dorst en niets vuriger afbidt,
dan dat het
in zedelijken, geheiligden,
Na de losmaking
vasten
vorm voor hem
treedt.
der oude banden, zonder dat nieuwe gelegd
zijn,
dwarrelt de menschelijke geest op het gebied van zedelijke en geestelijke
waarheid telkens tastend en onzeker rond. Telkens wordt
men voor vraagstukken geplaatst, die door ons niet kunnen opgelost worden. Men beslist dan meestaf zelf, of men raadpleegt een broeder, dien we meest even verlegen vinden als we zelf zijn. Zoo komt er geen zekerheid. Men leeft van eigen wilkeur of van het wilkeurig gezag van den man, die zich aan ons opdringt en naar den eisch
van het ware gezag wordt Dit behoeft zoo niet te
zijn.
ons niet troosteloos willen
van
niet
Jezus heeft in Zijn barmhartige liefde
en heeft daarom, na het verdwijnen
laten,
Zijn persoonlijk gezag, een
vorm
gevraagd.
anderen Trooster toegezegd en den
bepaald, waarin Diens gezag te vinden was,
meente, niet
genomen, maar
als nevelachtig begrip
in
w.
t.
in
de ge-
haar geestelijk,
naar Zijn wil geordend organisme. Aan die gemeente heeft Hij
zelf
de sleutelen toevertrouwd, onder uitreiking van het onwraakbaar manifest: „dat wat zijn zou."
„Op
zij
binden zou op aarde, in den hemel gebonden
dien grond vraag
ik, schrijft
mijns Heeren, herstelling van de door
Dr.
Hem
Kuyp
e
gewilde,
in
naam
door
Hem
r,
voor ons noodig gekeurde macht. Ik wensch het gezag van den Heiligen Geest, en eisch daarom herstelling van het wettig orgaan, waardoor, binnen de door de Schrift gestelde grenzen, mijn leven bewaakt, mijn zonden gestraft, mijn afdwalingen ook op het terrein der waarheid kunnen verbeterd worden."
Voorts betoogt Dr.
om
K
uyp e
dat weinigen gelegenheid hebben
r,
zich te wijden aan de bestudeering
stukken.
daags
De Predikant
bij
zijn
verdiept zit?
is
kranken
er toe in staat, is
en
's
avonds
Hoe de Hoogleeraar
de natuurkunde, wiens eigen vak
in
van Godsdienstige vraag-
maar hoe de in
zijn
de rechten,
al zijn
arts, die
des
medische studiën in
de letteren, in
beschikbaren
tijd in
beslag
neemt? Hoe die breede klassen van gemeenteleden, die zelfs niet weten wat studeeren is, en in hun druk beroep van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, den geest schier nooit onverdeeld aan geestelijke dingen wijden kunnen? Hoe met die duizenden uit onzen 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's