GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 271

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 271

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

A D V A L V A S — 22 J U N I

3

l^Ti

PLANNING KRITISCH BEKEKEN I n de vorige Ad Valvas waren drie pagina's vrijwel geheel besteed a a n 'voorliohting over de planning'. Een aanvulling op deze voorlichting lijkt wel noodzakelijk, gezien h e t op zijn minst nogal eenzijdige karakter ervan. I n h e t algemeen ontbreekt in de gepubliceerde stukken een kritische beschouwing van de konsekwenties v a n h e t planningsysteem als door McKinsey voorgesteld voor de universiteit; voor een belangrijk deel worden deze zelfs niet uiteengezet. De genoemde stukken zijn onder­ werp van bespreking geweest op een voorlichtingsbijeenkomst over de planning, die op dinsdag 19 juni is gehouden. O m technische redenen was h e t onmogelijk de r e ­ sultaten van de d a a r gevoerde diskussie nog in dit stuk te ver­ werken; in ieder geval is h e t wel de bedoeling geweest de hier ge­ geven kritiek ook in deze bijeen­ komst n a a r voren te brengen. Van de drie stukken over planning in de vorige Ad Valvas valt voor­ al h e t stuk van prof. Jonker op als een verhaal waarin de werke­ lijkheid van de McKinsey­voor­ stellen systematisch buiten be­ schouwing wordt gelaten. Prof. Jonker presteert h e t om in een stuk, d a t getiteld is 'Het m a k e n van p l a n n e n voor h e t wetenschap­ pelijk onderwijs', zelfs h e t woord Mc Kinsey niet t e laten vallen.

wonderen d a t er een buitenge­ woon mistige omschrijving komt van wat er op de imiversiteit zou moeten gebeuren a a n de p l a n ­ ning. Prof. Jonker heeft eigen­ handig een definitie bedacht: 'plannen m a k e n in een onderwijs­ en onderzoekorganisatie zoals een universiteit of een fakulteit, is een kontinuproces d a t uitgaat van een ordening en analyse van de bestaande toestand en ziJn r a n d ­ voorwaarden en gericht is op h e t vaststellen van de in de t o e ­ komst benodigde middelen'. O n ­ vermeld blijft wie de hoeveelheid van die middelen zou moeten vaststellen, en hoe de gerichtheid daarop zou moeten worden gerea­ liseerd.

Alles wat ons vervolgens wordt voorgeschoteld is immers een ver­ h a a l waarin h e t moeilijk blijkt voor te schrijven of m e n bij nivo A moet beginnen om n a a r nivo D Zo ontbreekt er een uiteenzetting te g a a n of omgekeerd, w a a r i n tor over de procedure die er landelijk t a a l niet wordt gerept van overleg voor h e t opstellen van de p l a n n e n op disciplinenivo, waarin uitein­ gevolgd zou moeten worden vol­ delijk een plan wordt ingediend gens de voorstellen v a n McKin­ bij landelijke organen zonder d a t sey, en blijft de rol van de ver­ duidelijk is welke plaats dit plan schillende betrokken organen, binnen de landelijke planning waaronder de universiteiten, o n ­ heeft, en waarin tenslotte opeens duidelijk. Dit terwijl het, ook als de richtbedragen uit de lucht ko­ je h e t wilt hebben over h e t op­ men vallen, die in de McKinsey­ zetten v a n een universitaire p l a n ­ procedure echter i n h e t geheel ning, toch bepaald niet onbelang­ niet volgens de daarvóór geschet­ rijk is om te weten welke l a n d e ­ ste weg tot stand komen. Als ge­ lijke procedures er op stapel heel is dit verhaal door zijn staan. vaagheid, meerduidige i n t e r p r e ­ ­ teerbaarheid en zijn onduidelijke verhouding met de reeds ter tafel De McKinsey­procedure hggende McKinsey­voorstellen volstrekt niet gescliikt om t e die­ McKinsey stelt een Stuurgroep Postsekundair Onderwijs voor, waarvan de leden door de minister benoemd worden en die op geen enkele manier verantwoording schuldig is a a n enige universitai­ re instantie. Deze S P O moet op basis van h e t werk van (even­ eens van de universiteiten on­ afhankelijke) subkommissies per discipline een lange termijn p l a n opstellen, d a t de voornaamste ontwikkelingslijnen van h e t post­ sekundair onderwijs voor de k o ­ mende 10 j a a r vastlegt. Bü h e t op­ De toekomst van de universiteit. stellen van dit plan zijn de u n i ­ Kanttekeningen bij enkele rege­ versiteiten alleen als k o m m e n t a a r ringsvoorstellen inzake het we­ leverende instanties betrokken; tenschappelijk onderwijs en on­ h e t is de SPO die de voorstellen doet en die h e t laatste woord ~ derzoek. Groningen 1973. heeft over de aanbevelingen a a n de minister. Alleen over kwesties Dit op waarschijnlijk ruime van taakverdeling mogen de u n i ­ schaal verspreide geschriftje versiteiten met tegenvoorstellen poogt te oriënteren over wat er komen, m a a r ook daarin heeft de op dit ogenblik ondernomen S P O h e t laatste woord. (Dit alles wordt om de universiteiten en volgens voorlopige voorstellen — hogescholen in Nederland a a n te inmiddels heeft m e n a a n de K U passen by nieuwe eisen en be­ Nijmegen ontdekt d a t de voorge­ hoeften; het neemt zeker een stelde jaarlijkse procedure in feite s t a n d p u n t in terzake van een minstens li j a a r in beslag zou a a n t a l in de jongste tijd geop­ n e m e n ; McKinsey werkt er n u perde p l a n n e n en gedane voor­ aan, en h e t is m a a r afwachten slagen. welke overlegvormen geschrapt zullen worden.) Ieder k a n h e t toejuichen d a t de toekomstige ontwikkeling van In h e t stuk van prof. Jonker niets ons wetenschappelijk onderwijs over de hiermee gepleegde inper­ en onderzoek a a n de orde wordt king van de mogelijkheden van de gesteld. Maar niet ieder zal be­ universiteiten om invloed uit t e reid zijn de in 'De toekomst der ­ oefenen op fundamentele beslis­ universiteit' geboden voorstelling singen a a n g a a n d e h u n eigen o n t ­ van zaken voor zijn rekening t e wikkeling. Wel noemt prof. J o n ­ nemen. Het is uitstekend dat men ker de problemen die o n t s t a a n een s t a n d p u n t inneemt ook, of doordat binnen de universiteiten j a juist, lerzake van vragen, die een 'overeenkomstige vraagstelling de academie raken. De verschaf­ In h e t bedrijfsleven' niet zo ge­ te informatie is in meer dan een makkelijk aangepakt k a n wor­ opzicht, voor wie niet op de den, o.m. omdat h e t meten van de hoogte ziJn, leerzaam. M a a r het 'waarde' van h e t afgeleverde 'Pro­ geheel is gevat in een buitenge­ dukt' h a a s t niet mogelijk is. En, woon eenzijdige tekening van de zo vervolgt de planningsspecia­ huidige situatie. Het valt niet list van h e t Kollege van Bestuur: goed te begrijpen dat de hoog­ 'We verkeren daarom in h e t s t a ­ leraar dr. J. Th. Snijders zulk een dium d a t m e n bezig is uit te zoe­ 'gul' inleidend woord schreef. ken hoe m e n de planning voor een universiteit moet opzetten, welke informatie daarvoor nodig is en Het vormt het goed recht van de hoe m e n daaruit de benodigde samenstellers tegen bezuiniging m a n k r a c h t en geldmiddelen k a n op h e t universitaire onderwijs, t e ­ afleiden.' gen Inkrimping van h e t weten­ schappelijk onderzoek t e w a a r ­ 'Men' is h a r d bezig, jawel. I s h e t schuwen. Er is weinig tegen in te prof. Jonker nog niet opgevallen brengen dat leden van acade­ d a t er wel eens verschil van m e ­ mische staven bezorgd zijn om ning bestaat tussen de universi­ h u n positie in de toekomst. Er teiten en h e t ministerie over de bestaat alle vrijheid om van p o ­ vraag wat er benodigd is a a n litici als jhr. mr. De Brauw, van m a n k r a c h t en geldmiddelen, en geleerden als prof. A. D. de Groot dat h e t dus wel van belang is op fce letten wie er de n o r m e n hier­ te verschillen. Het is helemaal niet nodig h e t met een regerings­ voor gaat vaststellen? beleid geheel eens te zijn. M a a r zij die uit de kring der weten­ Vaagheid schap voortkomen en daarin wil­ len thuishoren, moeten dan toch Binnen dit kader van (op ziJn zekere 'objectiviteit' in acht n e ­ best) vaagheid is h e t niet te ver­

n e n als leidraad voor een univer­ sitair beleid op dit terrein.

Richtbedragen Het stuk over richtbedragen b e ­ steedt wèl expliciet a a n d a c h t a a n de McKinsey­voorstellen. M a a r ook hier is de opstelling welhaast naïef te noemen. Er wordt gesproken van 'landelijk overeengekomen taken' zonder op te merken d a t 'overeengekomen' h e t adjektief is d a t McKinsey ge­ bruikt als de universiteiten er­ gens k o m m e n t a a r op hebben m o ­ gen leveren. De verdeling van de middelen over planningdiscipli­ nes en over andere bestemmingen vindt plaats 'op advies van de Stuurgroep Postsekundair O n d e r ­ wijs, de Akademische Raad, en h e t Hoger Beroepsonderwijs Over­ legorgaan', alsof die organen daarin een gelijkwaardige of a l ­ t h a n s een vergelijkbare funktie zouden vervullen. Langs de neus weg wordt verklaard d a t een ' a d ­ ministratieve aanpassing' van de imiversitaire organisatie a a n de planningdiscipline­indeling nodig zal zijn, alsof h e t niet gaat om een essentiële ingreep in de beleids­ vormingsstruktuur. Ook in de bespreking van de richtbedragen zelf worden lang niet alle addertjes onder h e t gras gesignaleerd. Zo blijft een belang­ rijk ingebouwd mechanisme in h e t richtbedragensysteem onbespro­ ken, d a t als volgt werkt. Als een (sub) fakulteit erin slaagt op h e t toegewezen richtbedrag geld over t e houden, d a n m a g d a t geld (o.m.) worden besteed a a n uitbreiding van h e t in die (sub) fakulteit verrichte onderzoek. Op die manier wordt er een premie gesteld op h e t zo goedkoop m o ­ gelijk inrichten van h e t onder­ wijs. Op basis van de situatie zo­ als die bestaat in de fakulteit die

hierin h e t verst gaat, k u n n e n d a n h e t volgend j a a r de n o r m e n voor de a a n onderwijs te besteden gel­ den worden bijgesteld — waarmee ook h e t extra onderzoeksgeld voor de genoemde fakulteit is verdwe­ nen, en de prikkel blijft bestaan. Het geheel roept h e t beeld op van een hondenjacht achter een m e ­ chanisch voortbewogen k u n s t h a a s a a n . Het effekt zal zijn d a t van j a a r tot j a a r de n o r m e n scherper kimnen worden gesteld zonder d a t ook m a a r een fakulteit ooit t o e ­ komt a a n h e t verrichten van de gewenste hoeveelheid onderzoek. Een dergelijk mechanisme is heel gevaarlijk, omdat de besnoeiing op onderzoeksgelden aantrekkelijk wordt als versterking van de prik­ kel, binnen de subfakulteiten zelf heftige konflikten worden o p ­ geroepen en de kwaliteit van h e t onderwijs al gauw in de verdruk­ king komt.

chanisme, voor het feit dat men in Den Haag wel anders denkt over wat 'te k r a p ' is d a n hier, gezien het in de afgelopen ttjd ge­ voerde beleid? W a a r o m denken d a t 'als de relatie^ tussen taken en middelen duidelijker en ondub­ belzinniger komt vast te liggen' de minister h e t benodigde geld wel zal geven? Is men op h e t ministe­ rie dan op h e t ogenblik niet op de hoogte van de gevolgen die h e t gevoerde financieringsbeleid heeft gehad? E n als dit niet het geval mocht zijn, of er a l t h a n s geen ' h a r d e ' en systematische manieren zijn om die gevolgen duidelijk te maken, zou h e t dan niet de eerste t a a k van de heer Zijp (en het Kollege van Bestuur) zijn hier wat a a n te doen? W a t te doen

De vraag 'wat te doen? ' stelt de heer Dronkers in zijn bijdrage a a n de voorlichting ook, en d a t nog wel op basis van een heel verhaal over doelen, tussendoelen en mid­ delen, a a n h e t eind waarvan nog eens wordt vermeld d a t er een a a n t a l belangrijke problemen nog niet a a n de orde ziJn gekomen, zoals de vraag of planning in deze maatschappij überhaupt wel m o ­ gelijk is, en de vraag wie h e t planningsproces kontroleert. Uit­ spraken over h e t 'wat te doen' zijn wat gevaarlijk als zulke be­ langrijke pi­oblemen nog niet zijn behandeld — de andere twee stukken geven er ook weinig a a n ­ Een laatste opmerking hierover grijpingspunten voor. betreft h e t merkwaardige opti­ W a a r de essentie van de ter tafel misme, waarmee de begrotings­ liggende voorstellen voor een berekeningen in h e t kader v a n de nieuwe planningstruktuur van h e t McKinsey­planning tegemoet ge­ postsekundair onderwijs niet in zien worden. De n o r m e n moeten deze stukken a a n de orde komt, 'niet te k r a p ' m a a r ook 'niet te wordt h e t ook wel moeilijk er een ruim' gekozen worden; een u i t ­ juiste beleidslijn tegenover te stel­ spraak die als stellingname wei­ len. Die essentie is gelegen in de nig schokkend is. M a a r waarom zeggenschapskwestie: bü planning geen aandacht, nog afgezien van gaat h e t om systematische be­ het hiervoor al aangeduide m e ­ leidsvoorbereiding, en omdat be­ leidsvoorbereiding in de praktijk al een heel stuk beleidsbepaling betekent is in feite de verdeling van de beslissingsmacht a a n de orde. De McKinsey­voorstellen houden, vooral door de belang­ ­ rijke plaats die ze geven a a n de van de luiiversiteiten onafhanke­ lijke SPO, een niet onaanzienlijke bedreiging in van de demokrati­ sche zeggenschapsmogeltjkheden in en vanuit de universiteiten. D a t vraagt om een antwoord vanuit de universiteiten, d a t bepaald meer menleving' waarvoor moet wor­ zal moeten inhouden dan hetgeen den gestreden (9). De 'liberale' nu door h e t Kollege van Bestuur universiteit heeft het er alles bij­ in Ad Valvas is gezet. een gevat nog niet zo slecht af­ gebracht, kent h a a r zwakheden, Er zullen duidelijker ideeën ge­ en weet heel goed wat geestelijke formuleerd moeten worden over pressie betekent, z y was niet zo de manier, waarop binnen de u n i ­ hierarchisch als men h a a r voor­ versiteiten vanaf de basis plannen stelt en h e t critiekloze n a a r vo­ k u n n e n worden ontworpen, die ren schuiven van de democrati­ h e t op kunnen nemen tegen de sering als hellmiddel voor straks plannen die door de SPO worden overtuigt niet, waar iedere a a n ­ opgesteld; en over de manier, zet ontbreekt de eigensoortigheid waarop in deze plannen een d e ­ van de univei'sitaire democratie mokratische koördinatie per dis­ t e bepalen: noch de leermeester­ cipline verwerkt kan worden. Ook leerling verhouding noch de zal een duidelijker stellingname zaakkundigheid krijgen aandacht. tegen de voorstellen van McKin­ (16 e.V.). sey en h u n verdere uitwerking, zoals die bv in de richtbedragen­ Dit is bijzonder j a m m e r want nota is gepleegd, ingenomen moe­ aan behoorlijke bondgenoten in ten worden. Het Kollege van Be­ de strijd voor de universiteit be­ stuur zou er beter a a n doen hier­ staat uitgesproken enig gebrek. over voor en in demokratisch Vandaag wordt teveel verwacht overleg met de fakulteiten wat van 'plannenmakerij' ten opzich­ meer n a t e denken, in plaats van te van onderwijs en wetenschap een 'voorlichting' over 'de' plan­ — al kan deze niet worden ge­ ning te geven waarin de voor­ mist — en zeker zijn heden de n a a m s t e problemen niet bespro­ universiteiten — echter mede ken worden. door h e t onjuiste gedrag van h u n leerlingen in een kwestie als die Hans Schumacher, van h e t collegegeld — de 'kop Sekretär is onderioijs SRVU van jut'. Zo zijn er nog wel meer dingen op te merken over de richtbedra­ gen, die niet in h e t stuk van de heer Zijp staan. O m nog iets te noemen: de bestedir^svrijheid binnen de richtbedragen wordt ook beperkt door de detaillering van de taakstelling, op de uitvoe­ ring waarvan een viervoudige kontrole mogelijk is doordat de minister achtereenvolgens zijn goedkeuring moet hechten a a n vier middellange termijn p l a n n e n van de instelling, waarin een b e ­ paald j a a r is opgenomen.

TOEKOMST VA N DE UNIVERSITEIT men, hoezeer ze principieel stel­ ling kozen. Te ver gaat h e t verwijt v a n : hü 'heeft gelogen d a t h e t gedrukt staat' a a n De Brauw (12). K a n t noch wal r a a k t dat De Groot zich voor de voorspellende w a a r ­ de van een selectieve toets niet meer zou interesseren (7). Flauw is de bewering d a t een regering 'altijd wel een geleerde kan vin­ den, die een dusdanig s t a n d p u n t over de beïnvloedbaarheid van de intelligentie inneemt, dat méér geld voor onderwijs, méér geld voor compensatie program­ ma's en steunprogramma's en meer studenten... tot overbodig of weinig effectief verklaard kan worden'. (8) Zelf heb ik op tal van punten bezwaren tegen de huidige gang van zaken en tegen bepaalde doeleinden die de overheid op h e t terrein van het wetenschap­ pelijk onderwijs heden lijkt n a t e streven. M a a r niet graag zou ik dermate egoistisch de zaken stellen als in dit brochuretje ge­ schiedt. Het m a a k t telkens de indruk d a t er alleen m a a r univer­ siteiten, alleen m a a r wetenschap­ pelijke werkers, alleen m a a r aca­ demische onderzoekers zijn, die moeten worden beschermd. Bovendien wordt a a n de ene k a n t heftig verzet aangetekend tegen een maatschappij, die hoofdzake­ lijk zich zou gelegen laten liggen a a n 'manipuleerbare vakidioten' om h a a r greep 'op h e t productie­ middel wetenschap' te vergroten. Men vreest voor het o n t s t a a n van de 'wegwerp academicus' (9). Tegelijk wordt onophoudelijk elke bezuiniging veroordeeld, moet h e t geld ten bate van universiteiten en wetenschapsbeoefenaren vloei­ en, is bestedingsbeperking voor onderwijs uit den boze. Op de 'rijke' maatschappij wordt zijde­ lings afgegeven en die 'rijke' maatschappij wordt tegelijkertijd begeerd. Heel lichtvaardig is het t ^ e n over elkaar plaatsen van de dus­ geheten 'liberale' universiteit met de daarbij behorende 'vrijheden' en de andere 'rechtvaardige sa­

De universiteiten m a a k t e n voor­ heen wel eens een t e zorgeloze indiiik: het 'vrijbuiterschap' was h u n niet vreemd. T h a n s wil men hen te veel in h u n bewegingen beperken. Daartegen waarschuwt, zij het op een nogal krampachtige humorloze wijze, dit vlugschrift terecht. De m a a t wordt daarbij uit h e t oog verloren. Het is j a m ­ mer dat de wijsheid van Grieken en Romeinen niet meer betracht wordt, d a t van h e t 'meden agan', h e t 'ne praeter modum' niet veel meer wordt afgeweten. Gelukkig is los van wat men over h a a r toekomst schrijft, de u n i ­ versiteit zelf er ook nog. Het moet al heel gek lopen, wil ziJ niet blij­ ven. Dus behoeft er 'malgré tout' — ook moderne talen bezitten enige bruikbaarheid — over h a a r niet bijzonder in angst te worden gezeten. / . A . Diepenhorst

HYPOTHEIEK lot 1250/0 Academici Staffunct . Leraren orficteren M.O., H T S enz totale w o n i n g l l m n ­ clering Vrybl kost<»l offerte Vóórflnanciermg to' ' f 25.000.­ I HUIZEN tp kooD s;evr j voor cliënten 1 Advies en lemida i onr. goed ,

Drs. Uding Partners

\

Onafhank. financ adviseurs en vastgoed consultants V. Maerlantl 7, Amersfoort

i ; '

03490­16853

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 271

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's