Ad Valvas 1972-1973 - pagina 189

5

AD VALVAS — 23 MAART 1973

FACULTEIT SOCIALE WETENSCHA PPEN STELT REGLEMENT VA ST I n 'vroegere afleveringen van Ad Valvas heeft Quint Meyer uitvoe­ rige uiteenzettingen gegeven over de twee bestuurlijke modellen die voor de structuur v a n de subfa­ culteit sociaal­culturele weten­ schappen in overweging waren. Onderscheiden werd h e t zgn. m o ­ del I, een ongesplitste subfacul­ teit, ^ n modej II, drie subf^c.uüjgi­., ten, nl. van de sociologie, van de politicologie, en van de niet­wes­ terse sociologie en culturele a n t r o ­ pologie (NWS/CA), onderling ge­ coördineerd door ee coördinatie­ commissie. Hoewel de subfacul­ teitsraad van sociaal­culturele we­ tenschappen overduidelijk zijn voorkeur uitsprak voor model I, bleef er onbevredigdheid over d e ­ ze oplossing bestaan. Een belang­ rijke oorzaak hiervan was d a t om diverse respectabele redenen, de huidige sectie NWS/CA de sub­ faculteita­status wenste. De sub­ faculteitsraad sprak daarom t e ­ vens uit, d a t h e t subfaculteitsbe­ s t u u r en de zgn. technische com­ missie, die reeds eerder was inge­ steld om over de structurele en r e ­ glementaire problemen t e advi­ seren dienden voort te g a a n m e t h e t zoeken n a a r een ook voor IJWS/CA bevredigende oplossing. Deze werkzaamheden resulteerden in een amendement Kuypers/van der Zouwen, d a t op 1 m a a r t inge­

diend werd' bij h e t faculteitsbe­ stuur, als amendering op h e t o n t ­ werp­reglement voor de gehele fa­ culteit. Dit ontwerp­reglement, waarover de faculteit in oude sa­ menstelling op 12 m a a r t zou die­ n e n t e beslissen, liet nog onbeslist welk van de twee alternatieve be­ stuursmodellen voor de subfacul­ teit sociaal­culturele wetenschap­ pen gekozen zou worden. Het bij­ zondere van h e t amendement Kuypers/van der Zouwen was, d a t het zowel een subfaculteit van de sociaal­culturele wetenschappen, als ook subfaculteiten van de so­ ciologie, politicologie en NWS/CA voorstelt. Bij deze oplossing wordt aan de 'kleine' subfaculteiten de taak van de organisatie en coör­ dinatie van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening op h u n resp. vakgebieden opgedragexi, ter­ wijl de 'grote'' subfaculteit n a a s t de coördinatie van de drie stu­ dierichtingen een a a n t a l belang­ rijke faculteitsbevoegdheden ge­ delegeerd krijgt, zoals ook de sub­ faculteiten van de psychologie en van de pedagogische en a n d r a g o ­ gische wetenschappen hebben. Het bestuurlijk model van een 'grote' subfaculteit m e t 'kleine' subfaculteiten is echter niet ver­ enigbaar met het Universiteitsre­ glement in zijn huidige vorm. Niettemin besloot de faculteit tot

DE NIEUWE DEIA A RD VAN DE VU Het gebouwencomplex van de Vrije Universiteit aan de De Boelelaaii nadert zijn voltooiing. Dat kwam onlangs nog sens nadrukkelijk tot uiting in het feit, dat het hoofdgebouw zijn definitieve silhouet kreeg door de plaatsing van een klokkenspel op het dak. Deze plaatsing kreeg een wat sensationeel karakter, omdat voor het optakelen van de klok­ kenstoel naar de top van het plm. 70 meter hoge gebouw gebruik moest worden gemaakt van een enorme hijskraan (vermoedelijk de reden, waarom aan deze gebeurtenis in het NOS­journaal aandacht geschon­ ken werd!). Het klokkenspel kan met recht een beiaard of carillon genoemd wor­ den; immers, daaronder verstaan we in het algemeen: een diatonische reeks klokken van tenminste 2 oktaven, die zowel met de handen en voeten (via een toetsenklavier) als door middel van een automatisch spel tot klinken kan worden gebracht. In Nederland worden de woorden beiaard en carillon meestal door elkaar gebruikt. Het woord 'beiaard' is afgeleid van het loerkwoord 'baren' of 'beren', dat omschreven kan worden als 'klankgeven'; het woord 'carillon' is een verbeterde afleiding van het Franse werkwoord 'quadrillonner'; deze term had indertijd betrekking op het slaan van de uurklok, voorafgegaan door slagen op drie kleinere klokjes, die fun­ geerden als loaarschmvingssein; in het geheel ging het dus om vier (quatre) klokken. Interessant is, dat A msterdam 2ijn naam als dé beiaardstad van de wereld — een naam, die het sinds de tijd van de beroemde klokken­ gietersfamilie Hémony heeft — nog eens nadrukkelijk onderstreept. De VU­beiaard betekent namelijk, als ik goed geteld heb, het tiende klokkenspel in A msterdam. De beiaardstoel (klokken + draagbalkensysteem) staat opgesteld op het dak van de kapel van de theologische faculteit. Een stokken­ klavier is geplaatst op een console aan de wand van de kapel. Een dra­ denstelsel dat dóór het plafond van de kapel naar boven loopt, ver­ bindt de stokken (toetsen) met de klepels van de klokken. Met dit stokkenklavier is een genuanceerde uitvoering van de voor deze bei­ aard geschikte muziek mogelijk. Voor geïnteresseerden laat ik hieronder enkele technische gen, die ik verkreeg van de bouwer van het instrument: gieter Eyshouts te A sten.

details vol­ de klokken­

Het gaat om een z.g. lichte beiaard van drie oktaven, te loeten de to­ nen c2­d2­e2­chromatisch tot d5; de stemming is gelijkzwevend (dus niet de bij oudere beiaarden gebruikelijke middentoonstemming); de zioaarste klok weegt 280 kg; alle klokken te zamen hébben een ge­ wicht van 1850 kg; de klokkenstoel in zijn geheel weegt 6000 kg. Ten slotte

wil ik niet nalaten

enige kritische

opmerkingen

te

maken.

1. De ruimte, waarin het beiaardklavier staat opgesteld, is hermetisch afgesloten van de plaats, waar de klokken staan. Dat heeft tot ge­ volg dat de spelende beiaardier so goed als niets kan horen van het­ geen hij ten gehore brengt. Indien het in de bedoeling ligt te zijner tijd de beiaard geregeld te laten bespelen, lijkt het noodzakelijk een beweegbaar luik in het plafond van de kapel aan te brengen, zodat de beiaard zijn spel nauwkeurig kan controleren. 2. In wezen hangen de klokken te hoog boveii de grond (plm. 70 me­ ter). Voor een. beiaard van deze omvang wordt meestal een hoogte van 30 40 meter aangehouden. Het gevaar bij de W­beiaard is niet denkbeeldig, dat de klokken beneden nauwelijks te horen ëijn. 3. Een goede plaats om, het klokkenspel te beluisteren ontbreekt. De enige plek die geschikt lijkt is het platte dak van het hoofdgebouiv. Bij navraag bleek mij echter, dat het de bedoeling is om deze plaats i.v.m. de daaraan verbonden gevaren voor het publiek gesloten te houden. Al met al: de beiaard kan een aanwinst betekenen voor het kulturele leven aan de Vrije Universiteit. Ik hoop dat de universiteit het instru­ ment op een zinvolle wijze in het universitaire leven zal weten in te fchakelen. , Bernard Wi7isemitis

VERKIEZINGEN STUDENTLEDEN UR

dé vaststelling van een reglement op basis van h e t bestuursvoorstel van model I en van dit a m e n d e ­ ment. Tijdens de vergadering werd dit door een grote meerderheid van de aanwezigen als de meest adequate oplossing gezien. Beslo­ ten werd, d a t het bestuur met gro­ t e klem by de Universiteitsi­aad zowaandi­ingen"öp' een w'iTziging van art. I I I . l l van h e t Universi­ teitsreglement, zodanig dat h e t r e ­ glement voor de F.S.W. er niet mee in strijd hoeft te zijn. Als een belangrijk argument voor dit onderzoek ziet de faculteit de wijze van omschrijving in h e t Academisch S t a t u u t van de stu­ dierichting der sociaal­culturele wetenschappen, waarin drie 'rich­ tingen' zijn opgenomen. 'Voor h e t geval, d a t onverhoopt de U.R. niet tot aanpassing van h e t 'V.U.­re­ glement zou k u n n e n overgaan, werden op dezelfde vergadering besluiten genomen ten aanzien van uitwerkingen van h e t facul­ teitsreglement, waarin m e t b e ­ houd van de 'kleine subfacultei­ ten' in een zo sterk mogelijke co­ ordinerende instantie voorzien is. 'Als 't niet kan, zoals 't moet, d a n moet 't m a a r zoals 't kan.' De samenstelling van de facul­ teitsraaa zal zijn als volgt. De fa­ culteitsraad bestaat uit 24 leden. Door de pedagogische en a n d r a ­ gogische wetenschappen worden hiervoor aangewezen 6 leden, waarvan 3 uit h e t wetenschap­ pelijk personeel, één uit h e t tech­ nische en administratieve perso­ neel en 2 uit de studenten; h e t ­ zelfde voor de subfaculteit van de psychologie; door de sociaal­cul­ turele wetenschappen worden a a n ­ gewezen 9 leden, waarvan 4 uit h e t wetenschappelijk personeel, één uit het technische en admini­ stratieve personeel en 4 uit de stu­ denten. Bovendien wijzen de sub­ faculteitsraden h u n voorzitter a a n als lid van de faculteitsraad. S. D. Pokkema, decaan J. van der Zouwen, ab­actis.

INTRODUKTIE STUDENTEN Op basis van de brieven van resp. de heren 'Van den Berg en Pokke­ ma, en van een informatie­uitwis­ seling tussen (versterkt) presi­ dium, raad studentenaangelegen­ heden en r a a d van samenwerking geef ik de universiteitsraad het volgende omtrent de introduktie ter beslissing in overweging. 1. Aankomende eerstejaars­stu­ deaten dienen een mogelijkheid te hebben een introduktie te ontvan­ gen tot drie 'sferen'; a) de studie (invutasie) b) leef­ en woonklimaat (sociale introduktie) c) gezelligheidsleven. Inti­oduktie tot de universiteit als geheel kan worden ondergebracht bij a) en b ) . 2. De universiteitsraad is er ver­ antwoordelijk voor dat elke stu­ dent met elke introduktie in a a n ­ raking kan komen, dat wil zeggen de universiteitsraad regelt en co­ ordineert. 3. Introduktie in studie omvat a) studievoorlichting in enge zin (programma's, mogelijkheden hoe studeer je, etc.) b) studievoorlichting in ruime zin (confi'ontatie met vragen omtrent wetenschap en samenleving, ver­ antwoordelijkheid/ethiek, enz.) c) struktuur van (sub/inter) fa­ culteit (mogelijkheid tot inspraak, organisatie, e t c ) . Voor deze introduktie is verant­ woordelijkheid de (sub/inter) fa­ culteit. O m t r e n t b) kan h e t college van dekanen richtlijnen geven voor t h e m a ' s ; de (sub/inter) faculteit kan hiermee zelfstandig opereren. Voor de voorbereiding en uitvoe­ ring van deze introduktie vormt de (sub/inter) faculteit een werk­ groep waai­ih met name staf en studenten meespelen.

Kandidaatstelling:

26 maart

tot 6 april

M a a n d a g 26 m a a r t 1073 opent de termijn van kandidaatstelling. Het sluitingstijdstip van deze periode is bepaald op vrijdag 6 april 1973, 17.00 uur. Benodigde formulieren ziJn verkrijgbaar op de volgende contactadres­ sen van de faculteiten: Sub/inter/faculteit godgeleerdheid

hg 14 A­18, adjimct­secretaris

rechtsgeleerdheid geneeskunde (incl. tandheelkunde) en lichamelijke opvoeding

h g 5 A­IB, adjunct­secretaris Van der Boechorststr. 7, balie *' " bureau meJ. H. Hofman e t ^>« Lairessestr. 142, K 107 adj.­secr.

wiskunde en natuurwetenschappen en fysische geografie

De Boelelaan 1081, M 036, de heer C. P. Blok en De Lairessestr. 174, NB­06, mevrouw A. A. Kok

letteren economie, actuariaat en econome­ metrie

h g 10 A­16, meJ. E. B. Boerma hg 2 A­18, mej. P. v. d. Broek

sociale wetenschappen

psychologicum K 23 meJ. "Vos, Van Eeghenstr. 112, mevr. C. L. Bongers

centrale interfaculteit en sociale geografie (incl. planologie)

h g 13 A­15, meJ. C. M. B r e m a n hg 7 A­18, ad].­secretaris

Centraal adres: informatiecentrum, h g lD­03, mej. N. H. de P a t e r Alle ingevulde formulieren in te leveren bij h e t secretariaat van de kiescommissie, hoofdgebouw 2 D­26. Een kandidaatstelling behoeft de steun van tenminste tien onder­ tekenaren. De stellers van kandidaten doen verstandig door niet met tien handtekeningen te volstaan m a a r zo mogelijk door t e gaan tot twaalf. Het formulier laat daartoe alle ruimte. Op die wijze wordt h e t risico verkleind d a t een kandidaatstelling erkenning moet worden onthouden. Dat zal zich onvermijdelijk voordoen indien de kiescommis­ sie bij h a a r legalisatie­onderzoek mocht blijken d a t minder dan tien gerechtigd zijn te ondertekenen. K a n d i d a t e n worden individueel gesteld. Het is dus niet mogelijk op een formulier meer kandidaten op te voeren. Overigens bestaat voor kies­ gerechtigden geen enkele beperking voor wat betreft steunverlening a a n kandidaten in het eigen district. Kiesrecht Het opnieuw openstellen van h e t kiesregister, ten behoeve van examen­ tentamenstudenten, heeft 27 nieuwe aanmeldingen opgeleverd. Deze hebben het totaal van die categorie kiesgerechtigden gebracht op 59. Vrije kiesvereniging De kiescommissie heeft op verzoek een groep van 50 kiesgerechtigden als vrije kiesvereniging erkend. Deze vereniging die luistert n a a r de n a a m 'VUSO, ontleent hieraan het recht tot kandidaatstelling in alle acht districten.

EERSTEJA A RS

De voorzitter van de universiteits­ raad heeft (al voor de vergadering van 6 maart) aan de r a a d een voorstel gedaan m.b.t. de intro­ ductie van aankomende eerste­ jaai­s studenten. Dit voorstel Is j.l. dinsdag in de raadsvergadering onderwerp van gesprek geweest; voor de informatie wordt het (dui­ delijke) stuk hierbij afgedrukt.

4 Introduktie in leef­ en woonkli­ m a a t omvat a) kennismaking met stedelijk milieu b) kennismaking met universitair milieu (scala van verenigingen, kringen, raden, etc. op gebied van kunst, kuituur, levensbeschouwing, sport, etc.) c) mogelijkheid van training in leggen van kontakten. Voor deze introduktie is verant­ woordelijk de r a a d studentenaan­ gelegenheden, die bij de realisatie betrekt de disputorenraad Vrije' Universiteit en r a a d van samen­ werking die beiden 'know how' en deskundigheid bezitten. ~ 5. Introduktie in gezelligheid.sle­ ven omvat a) kennismaking met gezellig­ heidsverenigingen (disputen van verschillende organisaties, hoe lid te worden? ) b^ creëren van mogelijkheden ook na de introduktie in gezelligheids­ leven bezig te zijn. c) confrontatie met stedelijk en univeisitair milieu. Voor deze introduktie is verant­ woordelijk de r a a d van samenwer­ king of één der daarbij aangeslo­ ten organisaties. Omtrent c) dient een terrein afbakening plaats te vinden mét de raad studenten­ aangelegenheden.

6. De groepsvorming — voorzover voor elke introduktie noodzakelijk — geschiedt voor elke introduktie zelfstandig; mentoren worden door de verantwoordelijke instan­ ties, aangezocht of aangesteld. 7. De coördinatie door de univer­ siteitsraad geschiedt door een kommissie introduktie. Samenstelling: 2 leden van het wetenschappelijk personeel, 2 stu­ denten en 1 lid van de technisch­ administratieve staf, al of niet uit de raad. Taak: a) vaststelling d a t u m ­ en uren­ schema van de inti­odukties b) opstellen van richtliji.en over terrein afbakening van faculteit, raad studentenaangelegenheden, raad van samenwerking; over in­ formatie die eerstejaars ontvan­ gen, zowel schriftelijk als op de informatiedag (en) c) coördinatie van alle schriftelijke informatie omtrent inschrijving, en overige aktiviteiten vanwege introdukties, die a.s. eerstejaars ontvangen. ­ . • ­ , ^ .­.. 6) zonodig stimuleren van aktivi­ teiten van (sub/inter) faculteiten, raad studentenaangelegenheden en r a a d van samenwerking in het kader van h u n introduktie e) vaststelling welke gedeelten van de kosten door iedere meewerken­ de instantie wordt gedragen f) verslaglegging van de introduk­ tie 1973. De kommissie overlegt met college van dekanen (vaststelling van eventueel thema) college van bestuur (uitvoering, voorlichtingsdagen) r a a d studentenaangelegenheden raad van samenwerking bureau inschrijving (inschrijvings­ procedure). . De kommissie is verantwoording schuldig aan de universiteitsraad.

*

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen