Ad Valvas 2006-2007 - pagina 7

AD VALVAS 3 1 AUGUSTUS 2006

PAGINA 7

4 keer op scherp Hoe denkt Taede Sminia, na negen jaar rectoraat, over het huidge onderwijs? Vier actieve studenten legden hem een stelling voor. TEKST: DIRK DE HOOG FOTO'S: PETER STRELITSKI

1 . Ilonka Omta: 'Massale toename studenten bedreigt het wetenschappelijke karakter van de universiteit' Omta (24), lid universitaire studentenraad (usr), studeert cultuur, organisatie management. "In Nederland worden mensen gestimuleerd een zo hoog mogelijk opleidingsniveau te halen. Daardoor komen er steeds meer studenten, terwijl maar zo'n tien procent van de afgestudeerden een baan in de wetenschap vindt. Dat is zonde van de energie en gaat ten koste van het wetenschappelijk onderzoek. Veel studenten zijn beter af met een professionele master voor leraar of zoiets. In andere landen hebben zulke opleidingen veel meer aanzien dan in Nederland. Door het onderscheid tussen wetenschappelijke en professionele opleidingen te vergroten kan de universiteit haar academische karakter versterken." Sminia: "Ik ben voor een duidelijk onderscheid tussen onderzoeks- en professionele masters, maar ik vind dat ze allebei wel een degelijke wetenschappelijke opleiding moeten bieden. Ook als je niet de wetenschap in gaat heb je academische vaardigheden nodig, zoals logisch kunnen redeneren en analytisch denken. Wel zijn er accentverschillen tussen de verschillende opleidingen. Bij professionele masters is het goed dat docenten ook met een been buiten de universiteit staan, bijvoorbeeld bij rechten dat ze ook als advocaat of rechter werken. Ik vind niet dat de toename van studenten per definitie de wetenschappelijke kwaliteit schaadt. Wel moet het onderwijs meer prioriteit krijgen en beter georganiseerd worden. De universiteit heeft in de eerste plaats een opleidingstaak. Onderzoek doen is essentieel om kwalitatief hoogstaand onderwijs te kunnen geven en potentiële wetenschappers goed op te leiden."

2. Shirvan Loetawan: 'De hoogte van het collegegeld moet afhangen van het inkomen' Loetawan (26), voorzitter Hindoe Jongeren Platform, studeert rechten. "Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gaan studeren. Dan moeten er geen financiële belemmeringen zijn om naar de universiteit te gaan. Ik denk dat de hoogte van het collegegeld voor sommige studenten en hun ouders een reden is om niet te gaan studeren. Dus verlaag het collegegeld als de ouders van de student een laag inkomen hebben. Daarbij moet je natuurlijk ook naar de andere kosten van het studeren kijken, zoals de aanschaf van boeken en dergelijke." Sminia: "Ik ben het er helemaal mee eens dat er geen financiële drempels mogen zijn om te gaan studeren, maar om het collegegeld afhankelijk te maken van het ouderlijk inkomen lijkt me veel te ingewikkeld. Krijgen we nog meer bureaucratie. We moeten het juist simpeler maken. In mijn visie moet iedereen met een vwo-diploma op kosten van de maatschappij een universitaire bachelor kunnen volgen. De student krijgt dan een paar jaar genoeg studiebeurs om echt van te kunnen leven en het collegegeld mag van mij worden afgeschaft. Dat scheelt vreselijk veel rondpompen van geld, want de basisbeurs nu is nauwelijks genoeg om het collegegeld en boeken te betalen. Kun je tientallen miljoenen euro's besparen op ambtenaren. Bovendien kun je dan echt prestaties van studenten verlangen. Die worden betaald om veeitig uur in de week te studeren en daar kun je ze aan houden. Een bijbaan is dan geen excuus meer om niet op college te komen. Over de kosten moeten we niet zo moeilijk doen. Investeren in een kennissamenleving verdient zichzelf terug en je moet de toegang tot de universiteit zo simpel mogelijk houden. Zadel beginnende studenten niet op met dilemma's of ze geld moeten lenen en zo. Betaal het gewoon uit de algemene middelen. De afgestudeerden betalen het later via de belasting vanzelf weer terug. Voor de master ligt het anders. Mensen kunnen in die fase prima zelf beslissen of ze verder willen studeren en daar mag je dan een

flinke bijdrage voor vragen. Het is tenslotte ook een investering in je eigen toekomst."

3. Aukje Schep: 'Studenten moeten bulten hun studie meer doen aan hun persoonlijke ontwikkeling' Schep (21), vice-praeses Lanx, studeert Nederlands. "Ik heb de indruk dat steeds minder studenten activiteiten buiten hun studie doen, zoals hd worden van een vereniging. Ik weet niet precies hoe het komt. Natuurlijk is er de tijdsdruk van de studie en de noodzaak een bijbaantje te hebben, maar het is ook een mentaliteit. Misschien komt het door angst om niet genoeg te presteren. Ik ken verhalen van studenten die zaterdagavond niet uitgaan omdat ze de volgende week tentamen hebben. Studeren draait niet alleen om leren, ook om je zelf beter te leren kennen en je persoonlijkheid verder te ontwikkelen." Sminia: "Het is goed om zo veel mogelijk uit je studententijd te halen. Doe dingen die goed zijn voor je algemene ontwikkeling en die je leuk en belangrijk vindt. Natuurlijk moet je daarbij keuzes maken en staat de studie voorop. Maar de studiedruk is niet zo groot dat je geen tijd meer zou hebben. Gemiddeld studeren mensen niet veel meer dan 25 uur per week. Misschien komt het wel door het heersende rendementsdenken waarbij alles direct nut moet hebben. Ik hoor wel eens dat nogal wat studenten planningsproblemen hebben en de hele tijd denken dat ze het zo druk hebben. Dan krijgen ze het advies vrijdag om vijf uur gewoon te stoppen met studeren. Bij sommige studies worden studenten ook wel erg gepusht om vooral met hun studie bezig te zijn. Docenten mogen studenten best een beetje aanmoedigen om dingen buiten hun studie te doen. Het is helemaal niet zo erg een jaartje langer over je studie te doen, als je die tijd maar voor je eigen ontwikkeling nuttig besteedt. Als je alleen maar studeert, is het de vraag of je daar veel wijzer van wordt. Ik zeg wel eens dat studenten die aan topsport doen, zowel beter gaan sporten als beter studeren. Ze leren ergens voor te gaan en te presteren. Ik denk dat allerlei activiteiten je meer plezier en diepgang in je studie kunnen geven. Je hebt ook gelegenheid voor bezinning en reflectie nodig."

4. T o m Burger: 'Opleidingen zijn te weinig flexibel' Burger (25) voorzitter usr, studeert informatica. "Instellingen proberen steeds meer studenten in korte tijd door hetzelfde programma te persen. Daardoor hebben studenten nauwelijks meer de mogelijkheid zelf hun studie in te richten, zowel wat tijd als inhoud betreft. Splits bijvoorbeeld grote colleges op en geef die twee keer per jaar en biedt vaker een tentamengelegenheid. Dan kunnen studenten makkelijker kiezen om een tijdje naar het buitenland te gaan, een ander bijvak te volgen, vrijwilligerswerk te doen of een baantje nemen. Nu is het allemaal wel heel schools en strak geregeld." Sminia: "Studenten moeten hun eigen verantwoordelijkheid krijgen en nemen. Maar ze kunnen die verantwoordelijkheid niet allemaal even goed aan. Daarom mag er aan het begin van de studie best veel structuur en begeleiding zijn, want studeren moet je leren, en er moet ook een stevige basis gelegd worden. Tegenover vrijheid staat ook verantwoordelijkheid. Als opleiding mag je van studenten een bepaalde inspanning en prestatie verlangen. Als je je leven lang over je studie mag doen, kan iedereen cum laude slagen, maar dat stelt dan niet zoveel meer voor. Geef studenten wel de ruimte om zelf accenten te leggen. Daarom ben ik voor invoering van een minor in de bachelorfase. Die kunnen studenten naar eigen inzicht invullen door verdiepende vakken van de eigen opleiding te kiezen of juist iets heel anders in de breedte. Bijvoorbeeld een student scheikunde die vakken bij rechten gaat lopen en natuurlijk mag dat ook aan een andere universiteit. Je moet studenten geen onnodige barrières in de weg leggen. Maar ik ben niet voor een soort supermarkt waar studenten naar believen alleen leuke vakken kunnen kiezen. Er moet een opbouw in een programma zitten en studeren doe je samen. Je leert van elkaar. Van docenten én studenten. Daarom ben ik voor activerende onderwijsvormen, zoals samenwerken in groepjes. En iedere student zou elk jaar een mondeling tentamen moeten doen. Dat is voor zowel de docent als de student een heel andere ervaring dan een vragenlijst in een tentamenhal invullen."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen