GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De heer Van Alphen heeft de opmerking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heer Van Alphen heeft de opmerking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Van Alphen heeft de opmerking, die de Heratit zich op zijn Handboek veroorloofde, niet onbeantwoord gelaten.

Hij zond ons ter plaatsing deze repliek:

Dr. Kuyper heeft ons de eer aangedaan in de Heraut van 13 April 11. een drietal opmerkingen te maken, voorzooveel betreft de afdeeling «Doleerende Kerken" in den jongsten jaargang van het N. K. Handboek.

De vorm, waarin Dr. K. die opmerkingen te onzer kennis bracht, daarlatende, geven wij volgaarne toe, dat de eerste en tweede opmerking jvist zijn. Wat betreft de derde opmerking : het zielental, wenschen wij in herinnering te brengen, dat reeds in 1887 aan lederen kerkeraad der zich noemende »Nederduitsch Gereformeerde (Doleerende) gemeenten of kerken'' werd gevraagd opgave van haar zielental, doch dat de daarop ontvangen antwoorden voor het meerendeel te onbestemd waren om er gebruik van te kunnen maken, zooals dan ook bij den jaargang 1888 werd opgemerkt Bij den jaargang 1890 werden nu overgenomen de cijfers, voorkomende in Bijlage C der Handelingen van de Algemeene Synode der Nedérlandsche Hc-rvormde kerk. Dat ook die cijfers niet juist waren, was bij ons buiten twijfel, doch zij werden overgenomen met geen - ander doel, dan om tegenspraak en daardoor juister opgaven uit te lokken.

De tegenspraak is er nu, mogen de juiste opgaven nu volgen, in het belang der gemeenten of kerken zelven! Zij toch moeten er o. i. prijs op stellen, dat haar zielental bekend zij of worde, ook b.v. om in aanmerking te komen voor giften of erfraakingen enz. De waarheid schuwt het licht niet.

Wat betreft de veronderstelling, dat wij zouden zijn «Synodaal partijman, '' deze rust op geen redelijken grond. Wij zijn geen partijman; wij zijn het nooit geweest en hopen het ook nimmer te worden, althans niet in den kwaden zin van het woord.

Voorburg, 14 April '90. VAN ALPHEN.

De heer Van Alphen heeft er dus niet aan »getwijfeld", of de opgaven van het zielental, die hij liet afdrukken, waren onjuist.

Dit gelooven we gaarne. De heer Van Alphen is een te verstandig man, om ook maar een oogenblik in den waan te hebben verkeerd, dat zijn cijfers wel juist waren.

Maar, ons dunkt, dan had hij er dit minstens moeten bijzeggen. Terwijl zelfs, al ware dit geschied, de gedragslijn nimmer te verdedigen valt, dat hij de cijfers van de Doleerende kerken putten ging uit de acta van haar felste vijanden.

Eigenlijk bedoelde hij dan ook een krijgslist.

Hij wilde, als goed statisticus, zoo gaarne cijfers invullen, en niets zou hem liever zijn, dan de fuiste cijfers te kennen; maar juist dat nauwkeurige cijfer wierd hem onthouden. Onthouden, niet uit moedwil, maar omdat men ze niet kon geven. De heer Van Alphen vroeg immers om cijfers van wie meededen, en de kerkeraden konden geen andere cijfers geven dan van hun ambtelijk ressort.

Om nu toch zijn zin te krijgen, vulde de heer Van Alphen, naar we nu vernemen, voorbedachtelijk onware cijfers in, om ons daardoor te verlokken toch de cijfers te noemen, die hij begeerde te weten.

Zooals men een jufifer van boven de dertig, die niet zeggen wil hoe oud ze is, door te zeggen: „U is 39, niet waar? " wel eens in de val laat loopen, dat ze antwoordt: „Neen, pas 37"; zoo ook wil de heer Van Alphen de Doleerende kerken verschalken.

Gelukken zal hem dit natuurlijk niet.

Geen enkele kerkeraad zal ter wille van den heer Van Alphen zijn standpunt prijsgeven.

geven. Maar gevraagd willen we toch hebben, of deze handelwijze van den heer Van Alphen in een statistische opgave verdedigbaar is, en of, om het goede doel, dat middel geoorloofd mocht heeten.

Van tweeën één moest, dunkt ons, de heer Van Alphen doen, hij moest óf niets invullen, omdat hij cijfers zoekt die hij niet kent, óf wel hij moest de cijfers invullen, die de kerkeraden pretendeeren, maar er bijzetten dat deze cijfers wel de globale cijfers der kerken zijn, maar volstrekt geen denkbeeld geven van het cijfer dergenen dis den Doleerenden kerkeraad erkennen.

De zaak is uiterst moeilijk.

Om niet collegiaal te worden mogen de kerken niet zeggen, dat zij slechts bestaan uit hen, die meeloopen; en toch zal, na verloop van tijd, de uitkomst hiertoe leiden, maar dan zonder het collegiale gevaar.

Is toch eenmaal het geslacht uitgestorven van hen, die reeds tot het heilig Avondmaal waren toegelaten, alvorens het Conflict be-, gon, dan blijven ten slotte in het lidmaten^ boek geen andere namen over, dan van hen, die door de Doleerende kerkeraden ten heiligen Avondmaal zijn toegelaten; en dan zal men den heer Van Alphen helpen kunnen.

Nu nog niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De heer Van Alphen heeft de opmerking

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's