GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TWEE BROEDERS.

IV.

Meri paat jaren later gingen twee jonge tttanneri op een voormiddag den weg op naar een doijp, dicht bij het oude kasteel van Dalheim, dat nu onbewoond was. Blijkbaar waren iDeiden hier goed bekend, en dit was ook geen wonder. Want zonder veel moeite herkennen we in hen Karel en Frederik, de vroegere jonkers van het slot. Zij zien er echter nu juist niet als edellieden uit, i~~ lians wat hun klee ding betreft. Hoe dat komt, zal de lezer denkelijk wel begrijpen.

Maar, zult gij zeggen, hoe kwamen die twee bij elkander? Waren ze dan weer verzoend? o Neen, de reden was een heel andere. Kort geleden was hun vader, zeer plotseling, gestorven, zonder van zijn kinderen afscheid te hebben genomen of met hen verzoend te zijn. De zoons hadden van den dood huns vaders niet aanstonds tijding gekregen; doch eenige weken nadat zijn vader overleden was, kreeg Frederik een brief, geschreven door den predikant van het dorp bij Dalheim, een vroom man, die de twee jongelieden ook zeer goed kende, al ontliepen zij hem ook liefst.

De dominee had met veel moeite eindelijk ontdekt, waar althans een der zonen van den graaf woonde. Ik heb, zoo ongeveer schreef hij nu aan dezen, van uw vader, kort vóór zijn dood, een kistje met familiepapieren ontvangen. Deze TOoest ik beloven te zullen bewaren en niet af te geven, dan aan u en uw broeder te zamen. AVeest dus zoo goed hem te waarschuwen en mij te laten weten, wanneer gg komt, dan zal ik zorgen thuis te zijn. Zoo kwam het dat Frederik, al deed hij 't liever niet, zijn broeder liet weten wat er gaande was, en zoo ook vinden we dan de beide broeders weder vobr een oogenblik vereenigd. Zij wisten dat de papieren nu of later voor hen van groot belang konden zijn en hoopten ook wellicht, dat er nog iets voor hen van de erfenis zou zijn overgeschoten. Doch de een deelde den ander niet mee wat hij dacht, en zwijgend wandelden zij samen naar het hun welbekende huis van den predikant.

Deze ontving de heeren zeer vriendelijk, liet hen een brief lezen door hun vader aan hen geschreven en haalde ondertusschen het kistje met de papieren. Haastig sloot Karel het open. Er lagen verschillende opgevouwen of wel opgerolde papieren en perkamenten in. De broeders opendïn die en zagen ze in.

Na een uur was dit afgeloopen en de predikant bespeurde, dat beiden waren teleurgesteld: hij begreep ook waarom. Wat het kistje bevatte, was wel van groot belang voor hun geslacht en om aan te duiden wie zij waren, en met wie zij waren vermaagschapt, om hun adel te bewijzen enz., maar er was niets in waarop men geld kon krijgen.

»Ik zal nemen wat mij persoonlijk betreft, " sprak Karel, dat kan te pas komen als ik eens buitenslands ga. De rest kan mij niet schelen. »Mij evenmin, " zei Frederik, »maar die papieren moeten toch ergens blijven. Zal ik dan de andere maar nemen ? "

»Ga uw gang, " was het onverschillige antwoord.

Meteen wilde hij opstaan en vertrekken, doch de dominee sprak:

»Laat mij nog iets mogen zeggen. Ik heb u van kleine kinderen af gekend en het smart mij diep, u thans als vreemdelingen in uws vaders erfgoed voor mij te zien. Doch is het niet uw eigen schuld ? Gij hebt uw vader niet geëerd, hem verdriet gedaan, maar bovenal hebt gij gezondigd tegen God. Gij hebt niet op Zijn Woord gelet, en slechts gedaan wat in uw hart opkwam, zonder te vragen naar Gods gebod. Hadt gij dit gedaan, gij zoudt nu niet in onvrede leven met u-zelf en ook hier geëerd en bemind worden. Uw vader heeft streng gehandeld, maar .bedenkt hoe lang hij geduld had en hoe gij niet woudt luisteren."

»Och, dominee, houd nu raaar op met dat gepraat, " antwoordde Karel toornig. »'t Is al fraai genoeg, zoo afgescheept te worden, en moet gij het ons nu nog verwijten? Als gij preeken wilt, doe dat in de kerk, maar ik ga nu heen."

Hij voegde de daad bij 't woord en liep, zonder iemand te groeten, weg. De dominee keek zuchtend hem na.

POTLOODEN.

Wat potlood is weten weinig menschen, maar wat met een potlood bedoeld wordt — heel wat anders dan een pot lood — weet elke jongen en elk meisje. Telkens hebben wepotlooden noodig om te schrijven, en we hebben ze in allerlei kleuren, al zijn de zwarte 't meest in gebruik.

Dt meeste potlooden worden gemaakt in Duitschland en wel te Neurenberg, waar een 6000 menschen daardoor werk vinden. Er worden trouwens elk jaar ook een mjf en negentig millioen potlooden afgeleverd voor een waarde van 450.000 gulden! De Duitsche Faber-potlooden zijn u zeker wel bekend. Velen echter vinden de Engelsche potlooden de beste, wijl deze zacht en taai zijn en goed afgeven, zonder toch gauw bot te worden.

Het potlood is een delfstof of mineraal, die ook graphiei heet. Lood zit er geen korrel in. De naam «potlood" is daaruit te verklaren, dat deze delfstof loodkleurige strepen maakt, en dat de mindere soorten en de afval een stof leveren, waarmee men ijzeren polten kan glanzen en kachels enz. tegen roest beveiligen. Tevens maakt men van het graphiet met klei vermengd smeltkroezen voor goud, zilver en andere metalen, die anders moeielijk zouden te smelten zijn. Het graphiet is namelijk tegen de felste hitte bestand en springt bijna nooit. Ook bij raderwerken is 't van groot nut om het wrijven te verminderen. Doch hoofdzakelijk wordt het potlood tot schrijven en teekenen gebruikt.

Zeer overvloedig komtjechter die stof niet voor, bij kleine lagen vindt men haar veelal in lei-of in granietrotsen. In alle werelddeelen vindt men het, doch tot niet lang geleden kwam het zuivere graphiet —-dat dadelijk kan bewerkt worden — haast enkel uit Engeland. Te Barrowdale in Cumberland ligt een leisteengebergte, waaruit het potlood voor de fijnste soorten wordt verkregen. Al tweehonderd jaar worden daar de delfstofgroeven bewerkt. Tegenwoordig krijgt men ook graphiet uit Beieren, Oostenrijk, Spanje, Siberië, Ceylon, Mexico, ja uit Groenland.

Het hout, dat om de potlooden zit, is gemeenlijk een soort cederhout, en komt van een boom, die in Noord-Amerika thuis behoort. Door werktuigen wordt dit hout uit blokken tot repen gesneden, waarvan eenige, dikker dan de andere, een groef bevatten, waar het dunne, bereide stiftje potlood in past.

(Slot volgt).

CORRESPONDENTIE.

W. Ch. V. B. We hopen u spoedig op een of andere wijs te antwoorden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 december 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 december 1893

De Heraut | 4 Pagina's