Officieele Berichten.

OVERTOOM (Amst.), 16 Sept. Na hedenmorgen door Ds. H. Buurman van Amstelveen in zijn ambt bevestigd te zijn met de woorden van Spreuken 13 : 17b., hield Ds. G. Wisse Jr., des avonds zijne intreepredicatie naar aanleiding van I Cor. i : 23 en 24.

Tevens zegt de kerkeraad van Overtoom alle broeders predikanten en candidaten hartelijk dank voor hunne betoonde bereidwilligheid en hulp, tijdens de vacature in deze kerk

Namens den kerkeraad G. S. BAKHUIJZEN, Scriba.

Classis Haarlem.

De classis Haarlem besloot in hare vergadering van II Sept. 1900, om D. V. op 10 Oct. 1900, een classicalen zendingsdag te houden.

Als sprekers zullen optreden de zendelingleeraren J. Huizing en W. Pos, alsmede Ds. J. H. Feringa van Zaandam; terwijl Ds. C. van Proosdij, van Amsterdam, aan den avond van dien dag in een biduur zal voorgaan.

Namens de Classis H. HANGELBROEK, Scriba,

CLASSEN.

Classis Zutfen.

De Classis Zutfen heeft (naar men ons bericht) in hare vergadering van 6 Sept., gehouden te Aalten, met medewerking der Prov. Deputaten peremptoir geëxamineerd en met alle stemmen tot de bediening des Woords en der Sacramenten toegelaten den Eerw. heer f. Bosch fz., beroepen predikant te Neede.

VOOR DE DIACONIEËN.

Dezer dagen is, zoo al niet aan alle, dan toch aan vele onzer diaconieën door het Dagelijksch Bestuur der burgerlijke gemeente toegezonden een provinciaal Blad, waarin een circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken voorkomt betreffende „het verstrekken van statistieke opgaven der bedeelden”

De Min. wijst in die circulaire op het „onmisbare van een goed ingerichte statistiek der bedeelden" en doet daarnevens gaan een „modelnaamregister der bedeelden." dat door de diaconieën kan „aangelegd en bijgehouden worden, om jaarlijks de gevraagde gegevens te verstrekken' aan de Regeering.

Het Dagelijksch Bestuur der burgerlijke gemeente noodigt, in een begeleidend schrijven, beleefd uit om op de voorgestelde wijze mede te werken tot verkrijging van meer betrouwbare gegevens.

In verband hiermede kwamen zoowel bij de Redactie als bij Deputaten voor de Correspondentie met de Hooge Overheid verzoeken in, om te dezer zake te willen dienen van advies.

Ofschoon onzerzijds natuurlijk hierbij geen sprake kan zijn van officieel advies, brengen wij toch gaarne onze meening ter kennis van de diaconieën, en wel publiek, om zooveel mogelijk herhaald schrijven te voorkomen.

Wij gaan daarbij uit van de volgende overweging:

a. dat ook dit schrijven van de Regeermg samenhangt met haar reeds vroeger aangevangen pogen om betere „opgaven der bedeelden'" zelfs met naam en toenaam etc, te ontvangen van de diaconieën, welke voor zooverre ons bekend, daaraan echter om verschillende redenen niet hebben voldaan.

b. dat, nu het gemeentebestuur uitnoodigt om mede te werken, de beleefdneid vordert aan dat Bestuur te antwoorden;

c. dat de diaconieën daarbij echter, waar het geldt het straks verstrekken van opgaven om trent de bedeeling der armen — zeer voorzichtig hebben te zijn met het oog op het bijzonder karakter der kerkelijke liefdadigheid;

d. dat zij anderzijds, tegenover alle opmerkingen en verzoeken der Regeering in betrekking tot de kerkelijke armenbedeeling, ook om eigen veiligheid, hebben te letten op het voorschrift bij art. 10 der wet tot regeling van het Armbestuur gegeven.

Dit artikel schrijft evenwel juist niet voor „opgave" van de namen, maar alleen „van het getal der ondersteunden" en voorts in het algemeen „van het beloop hunner (der diaconieën) inkomsten door collecten, inschrijvingen of andere vrijwilUige bijdragen en subsidiën.”

In verband nu met een en ander is ons advies om het volgende (op ongezegeld papier) te antwoorden:

AAN HET DAGELIJKSCH BESTUUR der GEMEENTE .........

WelEdele Heeren!

In antwoord op Uwe Missive van den 1900 met begeleidend provinciaal Blad, hebben wij de eer U, namens de diaconie van de Geref. kerk te , dank te zeggen voor de toezending van dat Blad en U mede te deelen, dat de diaconie den inhoud er van voor kennisgeving heeft aangenomen en natuurlijk bereid blijft om te voldoen aan het bepaalde in de iste alinea van art. 10 der Wet tot regeling van het Armbestuur omtrent de gewone jaarlijksche opgave.

Namens de Diaconie voornoemd: Voorzitter. Scriba, den . . . . 1000.

’t Spreekt zelf dat de diaconieën, ook bij overeenstemming op de hoofdzaak, allicht een anderen vorm kunnen gebruiken.

Kampen,

M. NOORDTZIJ.

17 Sept. 1900.

Verslag van de Centrale Pastorale Conferentie

De Centr. Past. Conferentie werd den3osten Augustus j.l. in de Plantage-kerk te Zwolle gehouden.

Welgeslaagd mag deze Conferentie worden genoemd. Wel hadden we de opkomst gaarne nog wat grooter gezien, maar toch in vergelijking van vorige jaren was deze Conferentie vrij wel bezocht. Een-en-zestig broeders, bedienaren des Woords en ook enkele broeders Ouderlingen en Diakenen, hadden op de presentielijst geteekend.

Wat echter aan de quantiteit ontbrak, werd door de qualiteit vergoed. Hier viel te leeren, op te merken; hier werd stof tot overdenking gegeven. Men kon hier van elkander verschillen; soms heftig debatteeren, zonder dat de broederlijke waardeering en liefde ook maar een oogenblik werd gemist. Men ging dan ook uiteen, dankbaar voor wat men gehoord had en genoten; met den stillen wensch, dat een Conferentie als deze tot verkwikking van verstand en hart weer spoedig mocht aanbreken.

Wij gelooven dan ook dat, indien er Conferenties als deze gehouden worden, er meer broederlijke waardeering en toenadering zal komen. Zij kunnen in de hand des Heeren medewerken, onze kerken zullen er wel bij varen, om de thans nog bestaande gedeeldheid die maar al te zeer, helaas! soms openbaar wordt, te doen wijken voor de eenheid, die door den Koning der Kerk is gewild en voor Sions welzijn en Jeruzalems opbouw zoo onmisbaar is. Moge die gedeeldheid spoedig ophouden, .en het niet slechts met de lippen worden beleden, maar ook steeds meer met de daad worden uitgesproken, dat we waarlijk zijn zonen en daarom ons ook kennen als broeders van één huis !

Maar ons werd opgedragen een verslag van de gehouden Conferentie-te geven. Welnu, we zullen trachten te voldoen. Wellicht heeft menigeen reeds verlangend naar dit verslag uitgezien. Doch we behoeven het onzen medearbeiders in de bediening des Woords niet te zeggen: een predikant kan niet doen wat hij wil, en als hij van zijn vacantiereis thuis komt, kan hij niet in de eerste plaats zich zetten tot het geven van verslag. Daarvoor moeten enkele uren van zijn soms zooveel omvattenden arbeid gezocht en beschikbaar gevonden worden.

Beginnen wij dan met de meededeeling, dat deze Conferentie als gewoonlijk met gebed werd geopend, waarin Ds. Vonk van Maassluis voorging, nadat gezongen was Ps. 119 : 3.

De Voorz., Prof. Lindeboom, leest nu Efez. 4 en richt daarna tot de samengekomen broeders een woord van hartelijk welkom, waarna hij er aan herinnert, dat deze Conferentie reeds sedert 25 jaren wordt gehouden, üxx echter zoovele Provincies Conferentiale in 't leven waren geroepen, werd op de laatst gehoudene samenkomst gevraagd, of het niet goed zou zijn deze Conferenties te doen eindigen. Na rijp beraad werd toen besloten, dat zij als Centrale Pastorale moest blijven voortbestaan; en, oordeelende, dat ook Ouderlingen en Diakenen van onze Conferentie niet mochten worden uitgesloten, werden in het Comité twee van deze broeders benoemd. Voorts werd er aan herinnerd, dat deze Conferentie in het vorige jaar vanwege de Gen. Synode niet gehouden is.

Thans wordt de eenheid, zooals we die in Efeze 4 vinden uitgedrukt, den broederen aangeprezen ; de eenheid, die niet is eenvormigheid, maar een levenseenheid, waardoor zich de velerleiheid van gaven en werkingen 200 heerlijk openbaart. Wij hebben elkander te dienen naar de mate der gaven van Christus, een iegelijk met zijne gaven; die gaven hebben wij aan te wenden, in organisch levensverband met de andere. En wat ons dan wel eens een bonte mengeling toeschijnt, is van den Heere gewild. Zij deze Conferentie aan die eenheid bevorderlijk. Bij alle verschil, dat bestaat, behoeven wij daaraan niet te wanhopen.

Deze Conferentie is de laatste welke in deze eeuw gehouden wordt. — Veel beteekenende gedachte, het einde eener eeuw. We hebben op de teekenen der tijden te letten. Hoeveel dal ons dan met vreeze voor de toekomst vervult! Doch, wat er ook gebeure, 't gaat met het koninkrijk, met de zaak van Christus vooruit! De gemeente blijft bidden: Heere Jezus, kom. Evenwel, de afval zal toenemen; Satan zal't er op toeleggen, ook de belijders des Heeren te verleiden en te verdeelen. Voor de gemeente der toekomst zal dan ook zooveel afhangen van ons, van de mannen die God roept als voorgangers en verzorgers zijner kerk. Daarom eindigt de Voorz. dan ook zijn inleidend woord met den wensch, dat het Gode behage, ons door zijnen Geest steeds meer van onze roeping naar zijn Woord te doordringen en in onzen arbeid te sterken.

Uit enkele mededeelingen van den Secretaris blijkt, dat Ds. Gispen van Baarn als lid van het Comité heeft bedankt, en tevens bericht heeft ingezonden, dat het niet mogelijk was als referent op deze Conferentie op te treden. Reden daarvan was: het oprichten van een predikanten-kring in de Classis Amersfoort, alsmede het oprichten eener Utrechtsche predikanten Conferentie. Ook Dr. Honig stelde ons te leur, daar hij zijne belofte, voor twee jaren gedaan, om als referent op te treden, niet gestand deed. Hij oordeelde dat, nu ook eene Utrechtsche Provinciale Conferentie was tot stand gekomen, de Centr. Pastoriale weinig meer tebeteekenen zou hebben. Bovendien werden tegen de inrichting dezer Conferentie bezwaren ingebracht, o.

a. dat ook anderen dan predikanten als leden worden erkend van de Conferentie.

Ook werd duidelijk gemaakt, dat vrijwillige bijdragen de kosten der Conferentie niet kunnen goed maken, waarom het Comité geoordeeld heeft, de entree op / 0.50 te moeten stellen.

( Wordt vervolgd.)

Bidstond voor Zuid-Afrika.

De Deputaten der Classis 's Gravenhage, benoemd tot het uitschrijven van een Biduur voor Zuid-Afrika, hebben op last van de Classis, vergaderd den uden Sept. j.l., als gebeds-ure den avond van 23 Sept. aangewezen, dewijl op Zondagavond de samenkomst der gemeente het gemakkelijkst is in de meeste plaatsen.

Voorgesteld was op de Classis, als datum te kiezen 10 Oct., de verjaardag van President Krüger.

Maar hiertegen werden ingebracht en gebillijkt de volgende bezwaren:

ie. dat de nood der zaak drong deze gebedsure niet zóó lang uit te stellen, maar veeleer als kerken ten spoedigste gemeenschappelijk des Heeren aangezicht te zoeken.

2e. dat deze gebeds ure toch eigenlijk niet aan den persoon van President K#6ger mocht gebonden; niet aan de verlenging zijns levens de drang tot gebed mocht ontleend, maar veeleer aan den toestand van geheel Zuid-Afrika, en aan de verblinding van schier geheel Engeland.

Wij achten het noodig dit ter kennisse onzer Gereform. kerken te brengen, opdat zij allen gemeenschappelijk Zondagavond den Heere aanroepen.

Reeds is er stoffe tot blijdschap, en ook tot dank aan den Heere, waar onze regeering President Krüger een oorlogsbodem ter beschikking stelde, in welk heugelijk feit zeer zeker H. M. onze geliefde Koningin hare bemoeiing heeft gehad.

Dat de Heere haar en hare regeering daarover zijnen zegen geve, en President Krüger veilig geleide!

De Deputaten tot het uitschrijven van een biduur voor Z.-Afrika aangewezen :

L. v. D. VALK.

A. H. v. MINNEN.

K. K. TROOST.

T. KRAMER.

’s-Gravenhage, 19 Sept. 1900.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen