GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN PRIESTER-CONGRES.

Schoon schijnbaar één, is toch de Fransche geestelijkheid in twee partijen verdeeld; men heeft reactionairen, die met de hedendaagsche nationalisten één lijn trekken, en mannen die een vrij standpunt zoeken in te nemen, gelijk vele Roomsche priesters in Noord-Amerika. s Reeds in 1896 had de aartsbisschop van Reims bij gelegenheid van het eeuwfeest van den doop van Chlodwig een 500 priesters vereenigd, om de meer vrije richting gelegenheid te geven zich te uiten. Dit jaar is van 10—13 Septem i ber een congres gehouden van mannen van dezelfde geestes richting, dat voor den saam roeper een groot succes geweest is.

Dat dit congres niet, gelijk vele anderen, te Parijs saamkwam, had zijn oorzaak in de hou ding van den aartsbisschop van Parijs. Deze kerkvorst had te kennen gegeven, dat het houden van zulk een congres hem niet naar den zin was, doch de abt Lsmire, van wien hei plan was uitgegaan, vond steun bij den aartsbisschop van Bourges, zoodat men in diens residentie ging vergaderen. De abt Lemire, lid van de Kamer van afgevaardigden, bleek zeer geschikt te zijn voor het organiseeren van eene groote vergadering, als het congres te Bourges. Hij liet zich over 150 onderwerpen referaten toezenden, waarvan de hoofdgedachten in discussie werden gebracht, terwijl den spreker slechts 5—6 minuten gegund werd om zijne gedachten uiteen te zetten. Op deze manier kon men een verbazend uitgebreid agendum afwerken. Men kan het congres beschouwen als een opmerkelijk teeken des tijds, dat doet zien hoe het in de kringen van de Fransche geestelijkheid gesteld is.

De 7 a 800 priesters die te Bourges vergaderden, waren niet van één hart en van één gevoelen. Toen de reactionairen bemerkten dat zij het houden van het congres niet konden verhinderen, besloten zij, eenigen der hunnen te zenden om het congres bij te wonen.

De reactionairen die de vergadering bijwoonden, hebben zich vooral geërgerd aan een rede van den abt Birot, over de liefde tot het vaderland en tot onzen tijd. Deze geestelijke sprak er van, dat de kerk de oude maatschappij had beheerscht en daarin de eerste plaats innemende; de moderne maatschappij is zonder ons gewor den, en wellicht een weinig ons trotseerende; wij zijn beleedigd geworden door de ongegeneerdheid waarmede men ons daarin heeft opgenomen. Daarom hebben de Katholieken zich soms onthouden van het uitbrengen hunner stem bij verkiezingen, of zij traden op om obstructie te drijven. Wij namen geen aandeel aan de sociale beweging. Terwijl wij ons voor onmisbaar hielden, hebben wij aan de wereld geleerd het zonder ons te doen. Wij hebben onze negentiende eeuw niet genoeg lietgehad, wij hebben van haar geëischt wat zij ons niet geven kon. Aan dit half barbaarsch geslacht, dat in klubs en in het kamp opgevoed is, dat naar onafhankelijkheid, naar waarheid en naar gerechtigheid uitziet, hebben wij slechts gesproken van verouderde rechten en van eene voor hem onbegrijpelijke onderwerping. Wij hadden het moeten bevrijden, en wij hebben er slechts aan gearbeid om het te beheerschen. Wij hadden baanbrekers voor de 19de eeuw moeten zijn, en wij hebben het teruggehouden; zij waren te trotsch op hunne wetenschap en wij hebben te weinig geduld gehad met hunne afdwalingen; wij hebben noch hunne jeugdige geestdrift noch hunne dwaasheid verstaan. Dit geslacht heeft grenzelooze erbarming gehad, het heeft alle rampen beweend, het heeft zich tegen alle ongerechtigheid verheven, het is oprechter geweest dan elk ander. Wij hebben het niet verstaan, het in zijn edele hartstochten te vatten en te leiden.

Deze uitspraken van den abt riepen bij de reactionairen een storm van verontwaardiging te voorschijn, die eenigermate tot bedaren kwam toen de voorzitter beloofde, dat hetgeen gezegd was, woordelijk in de bladen komen zou. Een der congresleden schreef in zijn referaat: „De geestelijkheid van eene diocese vormt eene familie, wier vader de bisschop is. Wij zijn geen slaven, wij zijn zonen, maar zonen die den mannelijken leeftijd bereikt hebben. Houdt men ons aan den leiband, dan miskent men onze waardigheid en komt men in tegenspraak met het vertrouwen, dat men in ons stelt van het oogenbhk af, dat men ons een ambt toevertrouwt, hetwelk zulk een groote en zware verantwoordelijkheid met zich brengt.”

Uit de besprekingen bleek het, dat de Roomsche priesters gevoelen dat zij te zeer onder worpen moeten zijn aan hunne superieuren, en dat de kloof, die hen scheidt van de kinderen der 19de eeuw, moet worden overbrugd.

In hoofdzaak kwamen op de vergaderingen twee zaken aan de orde, nl. de verdere ontwikkeling van den priester met name, zijne verhouding tol de wetenschap, en de houding die hij heeft aan te nemen tegenover bet sociale vraagstuk. Men sprak over de bibliotheek van den priester, over de tijdschriften die hij te lezen heeft, oveT de theologische conferentiën die hij moet bijwonen, over de studie die hij behoort voort te zetten, opdat hij niet zmke tot een „mislezer en een sacram ents-machlne.”

Het was niet genoeg dat de priester zijn theologie en philosophic bestudeerd had, om dan een herder van zielen te worden; hij moest ook trachten het volk in zijn denken en streven te verstaan. Tegenover de evolutie, die in de wetenschappelijke wereld plaats heeft, is het niet mogelijk onzijdig te blijven en de oogen voor het licht te sluiten. Men beval vooral de studie van de geschiedenis en van de natuurwetenschappen aan. Maar al te zeer was de meening verbreid, dat het geloof der kerk niet te vereenigen is met de natuurwetenschappen ; j 1, de kerk wordt voor de vijandin der natuurwetenschappen gehouden. Maar de priester moest toonen, dat hij met den man der wetenschap even goed als met boeren en hand werkslieden kon omgaan.

Er werd ook op het congres over geklaagd, dat de geestelijkheid tot hiertoe zoo weinig gedaan had, om de verwoestingen, door den alco hol aangericht, tegen te gaan, en ook zoo weinig gedaan had, om Zondagsheiliging te bevorderen. In het voorbijgaan werd ook de wensch uitgesproken, dat de priesers, even als de Protestantsche predikanten, bij begrafenissen spreken zouden. Waarschijnlijk is dit te danken aan het feit, dat de prediking van Protestantsche leeraars bij een geopend graf, in Frankrijk, door de Roomsche bevolking dikwijls met groote belangstelling gevolgd wordt.

Aan het einde van het congres sprak de abt Lemire het uit, dat het aan den dag gekomen was, hoe een deel van de geestelijkheid deel wil nemen aan het nationale leven, met de moderne maatschappij medeleven en eene diepere, meer fondamenteele wetenschap beoefenen wil.

Wij denken, dat het streven van mannen als Lemire, op teleurstelUng moet uitloopen. Wanneer men de kinderen van dit geslacht wiltegemoet komen, is dit natuurlijk zeer te prijzen. Maar als men meent, dat de ongeloovigen Van deze dagen voor de kerk van Rome gewonnen zullen worden, wanneer hare dienaars zich op de natuurwetenschappen werpen, dan toont men nie. te verstaan, waaruit het ongeloof van de kinderen dezer eeuw voortspruit.

Welk een voorrecht dat wij. Gereformeerden, het weten, dat wij geroepen zijn, om ons in den stroom van het leven te werpen met het Woord Gods. De dwaasheid van het kruis van Christus wordt nooit voor de wereld wijsheid, wanneer men maar toont, dat men het streven van deze eeuw zoekt te verstaan. Daarvoor is noodig de prediking van het zuivere Evangelie, gepaard met de krachtdadige werking van den Heiligen Geest.

In het steunen van de mannen van het congres te Bourges, zien wij daarom een afbreken van de kerk van Rome, zonder dat de zaak der religie er door wordt gebaat.

N.-Amerika. Wat is noodig voor de kerken in de Nieuwe Wereld?

Wij kunnen ons, wanneer wij niet in Amerika een tijdlang geleefd hebben, moeilijk een denkbeeld vormen van het leven in de nieuwe wereld. Het klimaat is er geheel anders dan bij ons; het prikkelt de zenuwen en blaast het levensvuur aan, doch doet de brandstof dan ook des te spoediger verteren. Wordt er in ons land geklaagd over het gejaagde leven, dat men genoodzaakt is te leiden, in Amerika is daarvoor in verdubbelde mate oorzaak. Als gevolg van de zenuwspanning, waaronder men leeft, legt men de zweep over zijn eigen rug en dien van anderen.

Dit wordt ook op kerkelijk gebied gevoeld. Alles moet ook daar prikkelend zijn en tintelen van levensgloed, of het wordt op zijde gezet. Vandaar, dat de meeste predikanten wel een tijdlang opgang maken, maar soms al heel spoedig afgedaan hebben. Uit dat haastige leven v/ordt, het spreekt wel van zelf, ondegelijkheid geboren. De aard van het Amerikaansche volk gaat daardoor gelijken op het Fransche type, niet alleen omrfat het zoozeer jaagt naar verandering, maar omdat het uitgaat naar het sensationeele.

Dat er bij die gesteldheid der geesten gevaar bestaat dat men de dogmatiek gaat geringschatten, en de rustige uiteenzetting van den vollen raad Gods tot onze zaligheid op zijde wil zetten laat zich daaruit verklaren. Men noemt zich wars van alle haarkloverij en daarom hoort men het wel van den kansel aanprijzen, dat men al zijn krachten en gaven moet besteden in den dienst des Heeren, maar van het uitgangspunt van alle leven tot Gods eere verneemt men helaas maar al te weinig. Men stelt de praktijk des levens boven de leer, in plaats van te erkennen, dat alle praktijk des Christelijken levens behoort te rusten op de leer die naar de Godzaligheid is. Vandaar dat de Amerikaansche predikwijze zoo weinig dogmatiesch en zelfs zoo weinig uitlegkundig is, en bijna geheel verloopt in zedekundige vertoogen. Vooral de sociologie, of de leer omtrent de maatschappelijke verhoudingen, wordt op den Amerikaanschen predikstoel druk verhandeld.

Heeft menige gemeente in deze landen te klagen over overgeestelijke prediking, omdat altijd weer opnieuw de weg des heils wordt voorgesteld, terwijl de eischen die het leven naar Gods Woord stelt, stiefmoederlijk worden behandeld, — 'n Amerika dreigt de predik-ng ongeestelijk te worden.

Met het oog hierop verwondert het ons niet, dat in De Hope de wensch uitgesproken wordt dat de invloeden van den Heiligen Geest zich opnieuw in de nieuwe wereld zullen openbaren. Dit blad schrijft:

„Waar wij dus dringende behoefte aan hebben in ons Amerikaansch kerkelijk leven is een ruime uitstorting van den Heiligen Geest, een doop met den doop van de dagen van Finney; een wederkeeren van de groote opwaking, waardoor duizenden in dit land tot den Heere bekeerd werden.

„En komt die dag, dan komt al het andere van zelf. Dan komt God weer tot zijn eer, en Zijn woord weer tot zijn rechtt de gemeente weer^ tot haar oude liefde, en dan zal uit de reactie van dit betere leven wat nieuws geboren worden waardoor de Amerikaansche kerk der 20ste eeuw vooraan zal staan onder de kerken der aarde."

Wij zouden zeggen: De Amerikaansche Gereformeerde Kerken hebben daaraan behoefte, dat zij door den Heiligen Geest de kracht der Gereformeerde leer voor het leven en voor het sterven meer dan tot dus ver het geval was, leeren kennen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's