GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„In hun hart grijpen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„In hun hart grijpen”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, - dewijl zij allen door hunne drekgoden van Mij vervreemd zijn. Ezechiël 14 : 5.

Sterk spreekt reeds in het Oude Verbond het getuigenis der Schrift tegen alle voorstelling, alsof wat te komen staat, afhing van ons verstand, van ons denken, van onze geleerdheid en van onze wetenschap.

Niet in ons hoofd^ maar in ons hart ligt de beslissing.

Wat zijn ondergang tegemoet gaat, is het Koninkrijk der wereld, en wat straks komen moet, om eeuwiglijk te blijven, is het Koninkrijk Gods. Maar juist in dit Koninkrijk Gods heeft de Christus het zoo stelliglijk aan Nicodemus betuigd, dat een kind des menschen dit Koninkrijk Gods zelfs niet sten kan, tenzij »hij vooraf wedergeboren zij uit water en Geest.

En om wel te doen verstaan, dat hierbij niet enkel gedoeld wordt op het recht verstaan van de geheimenissen van het Koninkrijk Gods, maar wel waarlijk ook op het deelgenootschap er aan, liet Jezus er straks met een dubbel ïVoorwaars onmiddellijk op volgen, dat wie met in zijn hart werd omgezet, ook in dit Koninkrijk Gods nooit en nimmer zou kunnen ingaan. Zoo duidelijk toch staat het in Joh. 3:5: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, zoo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan". Niet uit de kennis komt het leven, maar uit het leven de kennis. Hoor 't maar bij Jeremia: Ik zal mijn wet in hun hart schrijven, en dan zullen zij mij allen kennen.^ van hun kleinste af tot hun grootste toe".

Altoos dus eerst op 't hait., en eerst daarna op het hoojd komt 't aan. Heel het Nieuwe I Testament door spreekt u steeds die tegenstelling toe. Niet vele geleerden, niet vele edelen, niet vele wijzen.^ maar op het dwaze der wereld, en op het zwakke der wereld en op het onedele der wereld komt het aan. Wat in de wereld veracht is (zie I Cor. 1 : 28) heeft God uitverkoren. Ja sterker nog, hetgeen niet is, zoo staat er letterlijk, opdat Hij hetgeen iets is, beschamen zouden.

En geheel ditzelfde nu betuigde Jehova reeds in de dagen van ouds aan Ezechiël, toen hij in Chaldea gevangen zat. Ook daar toch heette het zoo aangrijpend ernstig : , „Ik zal het huis Israels in hun hart grijpen"

Vat dit sterke woord nu niet eenzijdig op door het alleen van de luedergebciorte te verstaan Bij Ezechiël heeft dit grijpen in het hart ttvee kanten. Het zal een grijpen in 't hart ten verderve zijn voor wie, gelijk 't daar heet, zijn drekgoden blijft nahunkeren. • Diens hart zal ten leste geheel aan Satan worden toebeschikt, zoodat er in het eind geen smachting naar heiliger meer in opkomt.

Wat door dit ingrijpen in het hart bedoeld wordt, spreekt dan ook van twee zijden het onafwendbare feit uit, dat de beslissing in '/ hart tot stand komt. Wie volhardt iri zijn afdoling, zal ten slotte met heel zijn hart van zijn God vervreemden, en dan met zijn afgedoold hart een voorwerp van volstrekte verwerping zijn.

Maar dan ook omgekeerd, zal er keer ten goede komen, zal 't met de vervreemding uit zijn, en zal 't afgedoolde Israël weer in de gunste zijns Gods gaan bloeien, dan moet evenzoo in datzelfde hart de ommekeer tot stajid komen, en dan moet het God zijn, die in dat hart den iersoon en in dien persoon heel den inensch aangrijpt, en omzet, en hem een geheel andere uitademing van zijn innerlijk zieleleven toebeschikt.

Als een pas geboren kindeke in de wieg in zijn hart gegrepen is, en aan de. borst van zijn moeder sterft, dan gaat het kindeke toch het Koninkrijk Gods in, ook al heeft het geen geleerdheid ooit vernomen, noch ooit «enige wetenschap ingedronken.

In het verborgene van ons hart is het innerlijke van ons wezen. In het hart is de wortel van ons leven. In onze kennis en in ons heilig doen komt alleen blad en bloesem uit. Of nu die bloesem al tijdelijk verwelkt of dat de bladeren afvallen, in den wortel kan daarom het leven iuMijven, en die wortel nu tiert niet in het hooj'd., maar in het hart alleen. Of zoo^ge wilt, zcli's nog onder dat hart, in de nieren.

Vandaar dat Christus' Kerk kwijnt en haar kracht inboet, zoo 't alles bij haar hangt aan onberispelijke rechtzinnigheid. Ook dit moet, en zoo 't goed in 't hart staat, komt dit van zelf. Maar de bron, de fontein, de wortel, de oorsprong van die rechtzinnigheid, moet toch in 't door (Jod aangegrepen hart liggen.

En juist zoo is 't in uw gezin. Ook in uw saamleven als man en vrouw en met - uw kinderen moge het uiterlijk naar het Woord gaan, en ook de vrome vorm eere hebben, maar toch, de vorm alleen is dor en dood hout, zoo de aangrijping in de harten ontbreekt. Een gezin, waarin ge niet voelt dat er iets uit God in de harten tintelt, mag in naam Christelijk heeten, ~ maar wat het alleen Christelijk stempelen kan, ontbreekt er.

En niet anders nii is 't ook met uw eigen persoon.

Er is, als ge zoo wilt, drieërlei ook in uw persoonlijk bestaan : ten eerste uw lotsbestaan ; ten tweede uw bewust indenken van uw existentie voor nu en eeuwig; en-ten derde het verborgen heiUgdom daarbinnen, waarin ge eerst als zondaar, en daarna als kind der liefde, u nederbuigt voor üw God.

Nu hebt ge uw levensexistentie, uw lot, uw voor-of tegenspoed niet dan voor een deel zelf in uw hand. Van uw zielsbewustheid weet de eenvoudige zich lang niet altoos volle rekenschap te geven. Maar op wat er in het innerlijke van 't wezen ritselt, rust voor elk kind van God zijn bidden, zijn weenen, en zijn jubelen voor zijn God.

En daarom nu moet dit grijpen van God in fiiv hart ook voor u, eiken morgen dat ge verrijst, en eiken avond dat ge u weer ter ruste gaat leggen, 't teeken van uw innerlijk leven zijn.

Vooral 't gebed, dat ge alleen, op uw knieën voor uw God uit de ziel laat opklimmen, moet zoo zijn, dat niet maar gij bidt en uw Voorden stamelt, maar dat ge zelf ontwaart, hoe 't God is die op dat oogenblik in uw hart ingrijpt.

Gij naar uw God zoekend, en uw. God nederdalend en ingrijpend in het verborgen leven van uw gemoed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

„In hun hart grijpen”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's