Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 143

BIOLOGIE &

SAMENLEVING

den. Veel plannen zijn gebaseerd op een enkele visie: gewoon een hek erom heen en dit of dat niet meer doen. Dat werkt dan niet, omdat bijvoorbeeld de houtkap toch doorgaat. Het houtbedrijf had een ander belang dan de overheid en de ecologen. Wij kijken naar de verschillende belangen, visies en ook dromen van mensen die het betreffende bos bezoeken, bedrijven die het exploiteren, wetenschappers en de overheid. We zoeken de overlapping en vaak is er wel een plan waar iedereen zich achter kan scharen.' Broerse merkt op dat het niet altijd werkt: 'In de landbouw is het gemakkelijker dan bij natuurbeheer. Economische belangen botsen vaak met de ecologische, en bedrijven hebben vaak veel macht. Als een van de actoren zo machtig is dat hij de vrijwillige medewerking van anderen niet nodig heeft en dus dingen kan afdwingen, stoppen we. Zo'n actor is namelijk niet bereid tot consensus, en dan heeft ons werk geen zin.' Voordat de afdeling ervoor kiest in een project onderzoek of beleid te sturen door maatschappelijke factoren, onderzoekt ze of dat wel zin heeft. Broerse: 'We zijn meestal twee tot drie jaar bezig met voorstudies. We analyseren een stukje van een vakgebied: waarom stellen de wetenschappers bepaalde vragen, willen ze wel in discussie, hebben toekomstige gebruikers iets nuttigs te zeggen? Je kunt mensen alleen maar sturen als ze gestuurd willen worden, en die wil onderzoeken we eerst.' Kamervragen Het langst lopende onderzoeksprogramma van de afdeling is gericht op de biotechnologie. Op dit gebied wilde Bunders het onderzoek doelgerichter maken door zoveel mogelijk betrokken groepen met elkaar in discussie te brengen. In 1987 organiseerde ze een conferentie over biotechnologie en voedselvoorziening. 'Alle mogelijke betrokkenen, van plattelandsvrouwen tot onderzoekers en ministeries waren vertegenwoordigd. De conferentie draaide om de vraag of maatschappelijke aspecten-zoals het milieu, de Derde wereld, kleine boeren in Nederland-invloed moeten hebben op de voortgang van de biotechnologie. Alle groepen bleken te willen dat ook de Derde wereld iets moest hebben aan de vooruitgang. De biotechnologen zelf, maar ook de politiek: de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking, Bukman, kreeg naar aanleiding van de conferentie kamervragen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen