Geen duimbreed?! - pagina 26
De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting
VOORSPEL
allerlei mystieke en piëtistische groeperingen. In de moderne tijd was de gnostiek weer opgedoken in de theosofie en aanverwante richtingen om tenslotte zich te verbinden met Germaans-nationalistische stromingen. Meestal werd deze gnostiek gekenmerkt door antisemitisme en racisme. In Duitsland werden bepaalde kernmerken van de gnostische mythologie volgens Vollenhoven teruggevonden bij Nietzsche, Heidegger en de nazi Rosenberg. 1 2 De in 1 9 2 8 benoemde hoogleraar in Romeins recht, strafrecht en handelsrecht, Victor H. Rutgers, zoon van één van de oprichters van de vu, de theoloog F. L. Rutgers, waarschuwde ook al heel vroeg voor de totalitaire staat. In zijn rectorale rede van oktober 1933 Strafrecht en rechtsstaat ging hij net als Dooyeweerd uitgebreid in op het pas gevormde nationaal-socialistische recht. De totalitaire staat werd door hem volstrekt verworpen, al zag hij toen nog wel wat in het streng straffen van misdadigers, waarvan de nazi's voorstander waren. 1 3 In zijn inaugurele rede in 1 9 2 8 over de aanvalsoorlog had hij zich nog gekeerd tegen het internationaal strafbaar stellen van de aanvalsoorlog. Hoewel een vurig en principieel aanhanger van de Volkenbondsgedachte - hij was jarenlang als bestuurslid actief in de 'Vereniging voor Volkenbond en Vrede' - was hij inzake de aanvalsoorlog van mening, dat deze een zaak was van de betrokken regerende politici, niet van het internationaal recht. Vermoedelijk had hij in deze pragmatische opvatting van de politieke loop der dingen wel gelijk. Het jaar, waarin hij deze rede uitsprak, was natuurlijk wel het hoogtepunt van de internationaal allerwegen tot uiting komende vredeswil, het jaar van het Kellog-Briandpact, dat nu juist de aanvalsoorlog wilde uitbannen. De nazi's hadden nog vrijwel geen enkele aanhang en van een economische crisis was nog niet veel te bespeuren. Rutgers was tot dat moment bovenal politicus en advocaat geweest. Hij was burgemeester, raads- en statenlid geweest voor de AR P en van 1 9 1 2 tot 1925 lid van de Tweede Kamer. Vanaf 1 9 1 8 fungeerde hij als fractievoorzitter van de ARP, waarna hij één jaar was opgetreden als minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het kortstondige eerste kabinet van Colijn. Daarnaast werkte hij mee aan het antirevolutionaire dagblad De Rotterdammer. Vanaf de machtsgreep van Hitier zou Rutgers het nationaal-socialisme bestrijden waar hij maar kon.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's