Geen duimbreed?! - pagina 239

O N T S L A G VOOR VAN S C H E L V E N ,

B E O O R D E L I N G VAN H . H .

KUYPER

G. J. Sizoo had begin juni al zijn collegae al opgeroepen hun wensen met betrekking tot hun vak te formuleren, opdat hij deze bij de sectie onderwijs van het Militair Gezag kon indienen in verband met het aanbod van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voor het verlenen van hulp aan de getroffen universiteiten. 21 In de loop van juni vonden al weer de eerste kandidaats- en doctoraalexamens plaats. Begin juli legde de faculteitsvereniging van de theologiestudenten een voorstel op tafel tot herinrichting van hun studie, waarover al tijdens 1944 uitgebreid overleg was gepleegd. De klachten van de studenten kwamen er vooral op neer, dat de studie voor predikanten niet praktisch genoeg was en dat er veel te weinig werkcolleges waren. Voor de ambtelijke vakken zou toch eigenlijk een aparte hoogleraar moeten komen vonden zij. 22 Kortom, een moderne wind begon te waaien door de universiteit. Maar de oorlog was nog niet echt afgelopen: de zuivering moest in deze maanden verder worden afgehandeld. Vergeleken met de betrekkelijk lichte kwesties, betreffende de hoogleraren Woltjer en Diepenhorst, was de zaak-Van Schelven een veel moeilijker zaak. De hele oorlog door had Van Schelven vanuit een geïsoleerde positie gewoon zijn werk gedaan en daarnaast ook zijn vervangingswerk aan de Utrechtse universiteit verricht. Maar vanaf het begin van de problemen rond deze figuur was het de meeste collegae volkomen duidelijk dat hij na een eventuele bevrijding niet meer te handhaven zou zijn. Onmiddellijk na de bevrijding werd hij op voorstel van Oranje met ingang van 14 mei voor een jaar op non-actief gesteld, in afwachting van een nader onderzoek. Directeuren en curatoren stemden hier met algemene stemmen mee in. Zijn studenten waren het hiermee niet allemaal eens. Sommigen verzochten het college van directeuren Van Schelven hangende het onderzoek toch in functie te laten, maar dat werd afgewezen. Met zijn toetreding tot het Nationaal Front had hij bewezen zich aan de kant van de Duitsers op te stellen, waarbij dan in het bijzonder de eis van annexatie van Vlaanderen en Frans-Vlaanderen, het rassenstandpunt van Nationaal Front en de onbewezen beschuldigingen van Arnold Meijer tegen de president-directeur van devu,Colijn,Van Schelven zwaar werden aangerekend. 23 Dedoelstellingen van Nationaal Front waren volstrekt strijdig met de gereformeerde beginselen en dus had Van Schelven gehandeld in strijd met die beginselen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen