GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Worsteling naar waarheid - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Worsteling naar waarheid - pagina 36

De opkomst van Wiskunde en Informatica aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE VU TOT I 9 3 O

NADERE

RICHTLIJNEN

Anderen benaderden het probleem van gelovige wetenschap niet zozeer antithetisch. Zo benadrukte Kuypers opvolger als dogmaticus, Herman Bavinck ( 1 8 5 4 - 1 9 2 1 ) , dat het geloof een goede invloed op wetenschappelijk onderzoek had, omdat het een juiste visie op de verhouding tussen natuur en natuurvorser gaf. Het geloof hield zelfs een opdracht in de natuur te onderzoeken en te leren kennen. 4 6 Deze opdracht werd in vu-context nader uitgewerkt door J. Woltjer, een hoogleraar letteren met een uitgebreide belangstelling voor de exacte wetenschappen. De directeuren van de Vereeniging vroegen Woltjer in 1 9 1 1 een voordracht te houden over 'De natuurkundige faculteit aan de Vrije Universiteit'. Op dat moment was er in principe geen dwingende noodzaak om daarover na te denken, aangezien de Medische Faculteit in aanbouw was. Maar zonder de Wis- en Natuurkundige Faculteit kon de Medische ook niet verder, omdat de voorbereiding voor de studie Medicijnen vakken uit de Wis- en Natuurkundige Faculteit vereiste. Woltjer probeerde een concrete handreiking te geven voor het onderzoek aan de exacte faculteit. Hij deed dat door vier beginselen aan te geven: 47 In de eerste plaats noem ik dan het groote en alles beheerschende beginsel, dat uitgesproken staat in het eerste vers van den Bijbel: " I n den beginne schiep God den hemel en de aarde", dat wil zeggen, niet alleen dat alle dingen den grond van hun bestaan hebben in God, zooals ook de pantheïst kan verklaren, maar dat zij door den wil van een persoonlijken God eenmaal in het aanzijn geroepen zijn. Een tweede beginsel houdt in, dat alle dingen door Gods wil zóó geschapen zijn, dat ze een geordend geheel vormen, waarin het eene deel op het andere is aangelegd, dat zij een bepaalden aard en eigenschappen, immanente krachten en werkingen bezitten. Als derde beginsel noem ik dit, dat de Schepper de dingen naar hun wezen en eigenschappen, met hunne krachten en werkingen, voortdurend onderhoudt en regeert naar Zijne eeuwige voorzienigheid en door Zijne oneindige kracht. Een vierde beginsel is, dat de mensch het vermogen ontvangen heeft om de dingen naar hun aard en wezen, binnen zekere grenzen, te kennen en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Historische Reeks | 244 Pagina's

Worsteling naar waarheid - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Historische Reeks | 244 Pagina's