De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 73

DE K E U S V A N

518

DE VU

De universiteitsraad volgde daarmee, tegen de wil van de student-leden en die van de Vereniging in, op hoofdlijnen het voorstel-Feddema: handhaving van de overeenkomst, gaan praten over de apartheid, contacten opnemen met niet-blanke instellingen. De mededeling van rector magnificus Diepenhorst, dat Beyers Naudé in een recent telefoongesprek had ingestemd met de constatering dat 'de mogelijkheden nog niet zijn uitgeput' weerlegde duidelijk de stellingname van Verkuyl, dat de v u in de lijn van de eredoctoraten aan King en Naudé zou wandelen door het opzeggen van het verdrag.253 De tekst van het besluit van de universiteitsraad werd door het College van Bestuur per brief van 17 april 1973 aan de rektor van de Potchefstroomse Universiteit bekend gemaakt. Het college maakte daarin de kanttekening, dat het geenszins uitgesloten was, 'dat na lezing van het besluit bij u een aantal vragen zullen achterblijven of ook dat het besluit misverstand bij u doet ontstaan, met name omtrent de bedoeling ervan. Met het oog daarop zullen wij u binnenkort een toelichting op het besluit doen toekomen, vergezeld van voorstellen welke bij het besluit aansluiten'. 254 Voor het opstellen van die brief met toelichting werd een speciale Werkgroep Zuid-Afrika ingesteld (17 april 1973), bestaande uit een aantal leden van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen en een vertegenwoordiger van het College van Decanen; als contactpersoon met het College van Bestuur nam drs. H. J. Brinkman zitting.255 Daarnaast moest de Werkgroep nadenken over de vraag hoe het gesprek met Potchefstroom over de raciale gerechtigheid moest plaatsvinden, en over het aanknopen van andere contacten in Zuid-Afrika. 256 Van verscheidene zijden werd geprobeerd de Werkgroep bij te sturen.257 Met name dankzij de hoogleraren Mulder en Lever produceerde deze Werkgroep een concept-brief (29 mei 1973); alleen Feddema stemde tegen, en drs. H. J. Brinkman had door de vergadering voordien te verlaten zich onttrokken aan de stemming. Het concept kwam neer op de aankondiging van de opzegging van de overeenkomst. Gesteld werd namelijk dat het de v u moeilijk viel aan de huidige overeenkomst vast te houden, tenzij die een fundamentele dialoog over raciale gerechtigheid en verantwoordelijkheid van de christelijke universiteit insloot en 'beide partijen hun roeping om in deze tijd ongerechtigheid te bestrijden in dezelfde zin gaan opvatten'.258 De Commissie Buitenlandse

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen