GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 287

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 287

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE C O M M I S S I E

286

VAN

ADVIES

Zuid-Afrika, inclusief de uitwisseling van studenten en academici, was lang een zaak van particulier initiatief. Hoofdspeler was de N Z A V en haar Stichting Studiefonds. Wel stelde ook de Nederlandse regering beurzen beschikbaar aan Zuid-Afrikanen voor studie in Nederland.241 Midden jaren '30 werd, in Nederland en Zuid-Afrika, de behoefte de culturele betrekkingen ook op ambtelijk niveau te brengen. Op 5 mei 1936 werd ten huize van de Nederlandse gezant te Pretoria, dr. H.A. Lorentz, een Komitee Nederland-Suid-Afrika opgericht.242 Lorentz werd voorzitter, prof. dr. D. Pont secretaris, dr. A. Wypkema penningmeester en prof. dr. S.P. Engelbrecht en prof. dr. H.G. Viljoen lid. Het was een particulier initiatief, maar de status ervan werd duidelijk verhoogd, toen prof. M.C. Botha, Sekretaris van Onderwys, instemde met zijn benoeming als buitengewoon lid. In diverse universiteitssteden werden subkomitees opgericht. Hoewel de doelstelling breder was, beoogde het Komitee vooral om samen met de N Z A V en in nauwe samenwerking met de betrokken ministeries in Zuid-Afrika en Nederland de uitwisseling van studenten en docenten ter hand te nemen. Aan Nederlandse zijde versterkte de N Z A V en het door haar gelieerde Studiefonds voor Zuid-Afrikaanse studenten de band met het ministerie van onderwijs. Op uitnodiging van het Zuid-Afrikaanse Komitee en op kosten van de Nederlandse regering bezocht mr. P. J. Idenburg, secretaris van curatoren van de Leidse universiteit en lid van het Hoofdbestuur van de N Z A V , juli-september 1937 Zuid-Afrika, waar hij uitvoerig met het Komitee overlegde. 243 Het gesprek werd opgevolgd door een bezoek aan Nederland van prof. dr. S.P. Engelbrecht, later datzelfde jaar.244 Dit resulteerde, zoals gemeld met actieve betrokkenheid van premier Colijn, in de oprichting van de Commissie van Advies en een post ervoor op de begroting van Onderwijs. Deze begrotingspost continueerde twee oude verplichtingen (f 8500 voor algemene studiebeurzen, f 2 0 0 0 voor Hollands-Romeins recht in Leiden), maar maakte ook (ad f 13.500) de instelling van een tiental assistentschappen voor Zuid-Afrikanen mogelijk in de faculteiten voor geneeskunde, veeartsnijkunde en wis- en natuurkunde aan de universiteiten te Leiden, Utrecht en Groningen. Die assistentschappen waren door Idenburg voorgesteld op grond van zijn beraadslagingen in 1937 met het Komitee in Zuid-Afrika. 245 De instelling van de Nederlandse Commissie van advies voor de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 287

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's