Bijzondere chemie?! - pagina 67

HET VERZET IN HET

LABORATORIUM

kampen in Nederland en Duitsland in het laboratorium samengesteld en verstuurd. Tegelijkertijd met deze werkzaamheden raakten Trui Koning en wiskundestudente Rie Brouwer ook betrokken bij het verzetswerk van Coops. Coops vroeg Brouwer om mee te helpen bij het vervalsen van persoonsbewijzen, omdat meisjes vaak minder gevaar liepen dan jongens. Zij werd ook ingeschakeld bij het wegbrengen van vervalste persoonsbewijzen, vervalste bonnen en andere papieren. Zij hielp zelfs bij het wegbrengen van onderduikers. Ook Koning trad geregeld als koerierster op. Beide studentes kregen in de loop van 1943 een baantje in het laboratorium. Brouwer gaf les aan de 'analisten', die in werkelijkheid eerstejaars scheikundestudenten waren. Koning werkte, na eerst bij de telefoondienst gezeten te hebben, als assistente. Hun legale aanwezigheid in het laboratorium zorgde ervoor dat zij zich nog meer konden inzetten voor het verzet. Ook promovendi werkten tijdens de oorlog door, maar wel op ongebruikelijke tijdstippen. Drs. K. van Nes werkte voor zijn onderzoek bijvoorbeeld 's nachts met de uiterst moderne verbrandingscalorimeter die Coops had ontworpen. Overdag sliep Van Nes in een donker afgelegen hok in het laboratorium. Vanaf de razzia in februari 1943 wijdde hij zich echter geheel aan het verzetswerk en raakte hij bekend onder zijn schuilnaam 'Siem'. In de loop van 1943 werd hij bij het bezorgen van bonkaarten op onderduikadressen gearresteerd en gevangen gezet in Vught. Van Vught werd Van Nes overgebracht naar Amersfoort. Vlak voor de bevrijding werd hij vrijgelaten. 16 Tot de verzetsmensen in het laboratorium behoorde ook de natuurkundepromovendus D. Mulder. Coops had met Mulder regelmatig discussies over het nut van diens lidmaatschap van het studentencorps. Na de razzia in februari 1943 vroeg Coops aan Mulder dit nut nu maar eens te bewijzen door hem zo veel mogelijk onderduikadressen te verschaffen. Mulder, die veel predikanten in het noorden van Nederland kende, ging op pad en kwam na een week terug met zo'n 200 adressen. Coops, bekend onder de schuilnaam 'Ome Jan', speelde zelf ook een grote rol bij het verschaffen van onderduikadressen voor studenten. Hij had immers veel contacten verkregen bij zijn talloze bezoeken in het land, om voorlichting te geven over de Vrije Universiteit. Deze contacten zijn van onmisbare waarde geweest voor de opzet van de onderduikorganisatie voor studenten waarover hij de lei-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen