GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 26

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een beperkt instituutje

tenschappen) moeten zijn geweest. Wat haar het meeste trof was dat er nauwelijks buitenlanders waren rondom haar, of het waren Zuid-Afrikaanse theologen (blanke natuurlijk) waarvan er één ook een kamer had bij prof. Vollenhoven. Dat was ze in Zürich wel anders gewend met Nobelprijswinnaars als hoogleraren (scheikunde), die studenten trokken van over de hele wereld. Er was aan de vu een commissie voor buitenlandse studenten, voornamelijk een gezelligheidsclub. Prof. Mullender was daar voorzitter van, en elke maand waren er bijeenkomsten. In oktober 1956 vond de Hongaarse opstand plaats die bloedig werd neergeslagen en die een grote stroom vluchtelingen op gang bracht, ook naar Nederland, ook naar de vu. Ik raakte enige jaren later betrokken bij het werk van het uaf. Hoe die belangstelling voor buitenlandse studenten aan de subfaculteit Scheikunde is ontstaan, weet ik niet, maar ‘we waren het uaf’. Er waren enkele Hongaarse studenten aan de vu o.a. bij economie en theologie, maar niet bij scheikunde. Onze werkgroep groeide langzaam maar zeker uit tot een kern van personen met een buitenlandinteresse. Ik spreek nu over het einde van de jaren vijftig tot eind jaren zestig. Buitenlandwerk hoorde niet specifiek bij scheikunde, maar toch zaten we daar als buitenlandcoördinatoren.”9 Miel Droop (geneeskunde, 1952): “In 1946 kwam ik vanuit Indië in een erg beperkte omgeving terecht: gereformeerd Hilversum. Trouw, ncrv, vu-busje, Kerkbode en Zendingsblad hoorden bij het gereformeerde leven, ook bladen als De Spiegel en Op de Uitkijk. De meeste kennissen waren arp of chu en nog niet rijp voor een soevereiniteitsoverdracht. Maar die komt toch. Indië wordt een land in de verte, waar je ook niet meer welkom bent. In 1952 ging ik naar de vu. Die kwam op mij erg Hollands over. Er waren wel mensen met een Indisch verleden. Ook enkele Indonesische economiestudenten, maar die spraken alleen maar met elkaar. Medisch jaargenoot van mij was de ex-militair Frans Tutuhatunewa – later president van de Republiek der Zuid-Molukken (rms). Zendelingen kregen geen visa meer voor Indonesië. Aan prof. P. J. Zuidema – die tropische geneeskunde gaf aan de Universiteit van Amsterdam – vroeg ik eens of de zending mij als arts kon gebruiken. ‘Vergeet dat maar’, zei hij, ‘we weten niet eens waar we met de mensen naar toe moeten die we nu al hebben.’ Politiek waren wij westers gezind, en bang voor de communisten. Langzamerhand werden ontwikkelingslanden en Derde Wereld bekende

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 25

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's