Bijzondere chemie?! - pagina 26

DE

DE V E R E E N I G I N G VOOR H O O G E R O N D E R W I J S GEREFORMEERDE

VEREENIGING

OP

GRONDSLAG

Tijdens de bijeenkomst bij Hovy op 15 oktober 1878 werd besloten op korte termijn met de plannen voor een vrije universiteit naar buiten te treden. Op 22 oktober werd er in Utrecht vergaderd met een groep orthodoxe predikanten en gemeenteleden uit heel het land. Tijdens deze vergadering werden de uitgangspunten voor de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag vastgesteld. Ook werd er een commissie benoemd die de statuten moest ontwerpen. In deze commissie zaten Kuyper, Rutgers en De Geer van Jutphaas. Bij een tweede vergadering op 14 november werden de statuten vastgesteld en werd een stichtingsvergadering voorgesteld. De Heraut en De Standaard berichtten dat op 23 oktober 1878 was besloten een Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag op te richten, waarbij ook het grondslagartikel vermeld werd, dat al intern was aangenomen. Op 5 december werd de vereniging officieel opgericht en kon worden begonnen met het werven van leden en donateurs. Op 10 december werd in De Heraut de circulaire 'Aan de Gereformeerden in den lande' en een verslag van de oprichtingsvergadering geplaatst. In de circulaire werd opgeroepen lid te worden van de vereniging. De oproep werd voorafgegaan door een brede uiteenzetting over de nieuwe vereniging, die was getekend door I. Esser, Ph. J. Hoedemaker, W. Hovy, W. Kuhler, A. Kuyper, Ph. S. van Ronkel, F. L. Rutgers en Th. Sanders en was voorzien van de instemming van 43 personen. Voor het werven van leden en donateurs werd Nederland verdeeld in een groot aantal districten. In totaal waren er volgens het eerste jaarverslag van de vereniging 95 districten, die verenigd waren in provinciale besturen. In elk district werd een vertrouwensman (een correspondent) benoemd. Deze correspondenten probeerden mensen te werven die de gedachte van een vrije universiteit met geld wilden steunen. Er werden twee groepen onderscheiden: de leden en de begunstigers. Tot de leden behoorden de personen die de statuten ondertekend hadden en bij toetreding minstens fl. 5 0 0 - stortten of jaarlijks een contributie betaalden van ten minste fl. 25,-. Ook kerkenraden of verenigingen die ten minste fl. 25,- aan contributie betaalden, waren lid. Zij mochten ook een gemachtigde voor de vergaderingen van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen