Bijzondere chemie?! - pagina 197

BIOCHEMIE

EN M O L E C U L A I R E

BIOLOGIE

artikel verscheen over de lokalisatie van de nitraatreductase in de bacteriële celenvelop, is dit onderwerp in het begin van de jaren tachtig beëindigd. Dit was nog net voordat de omvang van de mestproblematiek en de consequenties daarvan voor de drinkwatervoorziening en de zure regen duidelijk waren. Van 't Riet deed daarnaast gedurende vele jaren milieubiochemisch onderzoek naar de mechanismen van tolerantie voor zware metalen bij bacteriën en planten. Hij deed dit onderzoek samen met het Instituut voor Milieuvraagstukken en de groep van prof. dr. W. H. O. Ernst van de Faculteit Biologie. In 1978 werd een tweede leerstoel biochemie ingesteld, waarop dr. G. S. P. Groot werd benoemd (afkomstig van de Universiteit van Amsterdam). Hij introduceerde als onderzoeksthema de biogenese van chloroplasten in eendenkroos. Toen Groot in 1985 een functie bij Gist-brocades in Delft aanvaardde, werd dit onderzoek beëindigd. De leerstoel van Groot werd met een andere invulling ingenomen door Raué. Onder leiding van Van Heerikhuizen was (in samenwerking met de groep van prof. dr. J. J. Joosse en dr. W. P. M. Geraerts van de Faculteit Biologie) de signaaltransductie in cellen van het centrale zenuwstelsel van de poelslak een succesvol onderdeel van het programma (19851997). Helaas moest dit onderzoeksterrein vanwege krimpende middelen worden verlaten. Langdurige en intensieve samenwerking was er ook met de Vakgroep Anthropogenetica van prof. dr. A. W. Eriksson van de Faculteit Geneeskunde. Dit onderzoek lag op het gebied van de structuur en expressie van menselijke multigen families, die coderen voor de spijsverteringsenzymen amylase en pepsinogeen. In al deze samenwerkingsverbanden speelde de specifieke kennis van de Vakgroep bmb op het terrein van recombinant-DNA-techniek een belangrijke rol. De analist J . P . M . Bebelman heeft een belangrijke bijdrage aan dit onderzoek geleverd. Verder moet nog het onderzoek worden genoemd dat door het Koningin Wilhelmina Fonds gesteund werd. Dit was een onderzoek naar de effecten van chemische verbindingen op de inductie van verschillende typen cytochroom P450 in rattenlever, samen met de Vakgroep Farmacochemie. Een ander cytochroom P 4 5 0 , cholesterol 7a-hydroxylase, stond centraal in de samenwerking met hetTNO-Gambius Instituut (dr. H . M . G . Princen). In 1991 begon onder leiding van Mager het onderzoek naar veran-

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen