GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 209

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 209

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN GOED

VERTROUWEN

koloniale raciale verhoudingen in die republieken, zoals die ook in orthodoxe kring in Nederland rondom Groen van Prinsterer werden gesteld, verstommen. Daartoe leverde Abraham Kuyper een belangwekkende bijdrage, met zijn Address to the Members of the Anti-Slavery and Aborigines Protection Societies upon the Native Question van 1884 en Crisis in Zuid-Afrika van 1900. 1 8 Niet door concepten als de soevereiniteit in eigen kring of de scheppingstheologie beïnvloedde Kuyper de ZuidAfrikaanse rassenverhoudingen. Hun rol is al te vaak overschat. Want, om Carl Niehaus in zijn Kuyper-voordracht uit 1 9 9 9 aan te halen: ook zonder Kuyper zou de apartheidstheologie haar beslag wel gevonden hebben. 19 Kuypers betekenis lag eerder in zijn positieve beeldvorming van het Afrikanervolk: strijders voor hét recht, hun recht op vrijheid en zelfstandigheid; goede calvinisten, met een ethisch verantwoorde omgang met de zwarte bevolking. Daarom kon de Native Question geen argument meer vormen tegen een vrij en onafhankelijk Afrikaner volk. Ook Nederland als geheel heeft Zuid-Afrika heel lang beschouwd vanuit het perspectief van de gewenste emancipatie van het Afrikanervolk. Zelfs nog na de Tweede Wereldoorlog, zoals de Van Riebeeckherdenking van 1952 aangaf. Het rassenvraagstuk werd, ook na de invoering van de eerste apartheidswetten door de Nasionale Party-regering dus, nog als een kwestie van geheel andere orde beschouwd. Men vermocht geen verband zien tussen het nationale en het raciale vraagstuk, of hooguit in die zin dat de volledige vrijheid en emancipatie van de Afrikaner natie de uiteindelijke voorwaarde was voor de oplossing van dat vraagstuk. Dat was ook het vu-standpunt, al hadden enkele docenten, zoals G. C. Berkouwer en J. H. Bavinck, tegen die tijd er kritische vragen bij. In de toespraken die de promotores Waterink en Goslinga bij de erepromoties van prof. J.C. van Rooy en ds. A. J. van der Merwe in 1952 hielden, loofden zij hun bijdragen tot de ontwikkeling van hun volk. Zij vormden een op stam- en geestverwantschap gegronde demonstratie van steun aan het Afrikaner christelijke nationale ideaal. 20 Vanuit diezelfde achtergrond hadden de vu-hoogleraren ook de ontwikkelingen in Zuid-Afrika in de jaren '30 en 4 0 geïnterpreteerd. Met sympathie voor de Nasionale Party van D. F. Malan meer dan voor de Verenigde Partij van Hertzog en Smuts, en met onderschatting van de fascistoïde tendenties, met name in de Ossewabrandwag. Welwil-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 209

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's