GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 93

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 93

[Deel 2]

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE

BREUK

heid en zeker niet op voorhand geneigd het eigen standpunt op te geven ten gunste voor het verlengen van de overeenkomst. Brinkman en Bingle schreven vanuit verschillende paradigmata uit de gereformeerde denkwereld. Beiden gingen uit van de eis tot gerechtigheid. Maar hun toepassingen waren volslagen tegengesteld. In een eerste reactie noteerde Brinkman, een paar dagen na aankomst van de brief: 'Eigenlijke discussie in antwoord ontlopen'. Het Hoofd Bureau Buitenland, drs. R. C. E. Kapteyn, stelde na nauwkeurige lezing vast: 'Ik kan op grond van analyse van beide brieven [die van de v u en die van PU] niet tot een andere konklusie komen dan dat de basis voor een samenwerkings- of uitwisselingsovereenkomst tussen v . u . e n p . u . ontbreekt. Daarnaast twijfel ik aan de ernst waarmee van p.u.-zijde ingegaan is op de vragen die van v.u.-zijde met zoveel klem zijn gesteld'. 301 Bingle had in feite hetzelfde gesteld: 'u het nog nooit begryp wat in ons volkerebeleid geld nie'. Breken met Potchefstroom was overigens zeker niet Brinkmans wens. 'Veel openingen voor nader overleg - schriftelijk en mondeling - biedt de brief bepaald niet', schreef hij echter in een notitie, bestemd voor bespreking in het College van Bestuur. 302 T e n dele is dat een kwestie van diplomatie, maar het is vrees ik ook een kwestie van niet ernstig genoeg en niet geheel op niveau reageren'. De brief was 'in zoverre positief te waarderen dat hij geen negatieve reactie is op de v . u . brief; de "dialoog" wordt niet geweigerd (al wordt ze in de brief ook niet aangegaan)'. Maar zondermeer ingaan op de uitnodiging en in Potchefstroom te gaan praten was onmogelijk, besefte hij: 'Welk mandaat zou een v.u.-delegatie n.a.v. deze brief mee moeten krijgen?' Geen universiteitsraad zou toestemming geven. Resteerde dus slechts opnieuw een brief schrijven, om meer duidelijkheid te krijgen. Voordeel van deze aanpak was ook, aldus Brinkman, dat voorlopig geen overleg met de universiteitsraad nodig was. Een dergelijk schrijven om nadere informatie viel volgens hem geheel binnen de reeds verleende opdracht. Het College van Bestuur volgde dit voorstel.303 Op 13 juni 1974 werd een door Brinkman geconcipieerde vervolgbrief in een extravergadering door het College vastgesteld. Het schrijven 5 maart 1974, aldus deze brief, zette onze bezwaren tegen de huidige overeenkomst tussen v u en PU uiteen, vroeg Uw commentaar op die bezwaren en stelde voor erover te spreken. 304 'Uw vriendelijke uitnodiging in dit verband waarderen wij zeer, maar wij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 93

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's