Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 122
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
herinneringen aan de tijd op het paedologisch instituut
verdiept hij zich in sterrenkunde en theosofie. Hij schrijft er zelfs een boek over, gewoon voor zijn plezier. Manta (geboren in 1941) Manta’s ouders waren drukke zakenmensen met een aantal winkels. Zijn moeder was daarvan de drijvende kracht en besteedde weinig aandacht aan hem en zijn één jaar jongere broer. ‘Dat werd overigens wel enigszins gecompenseerd door mijn vader, een hartelijke man tegenover iedereen en vooral tegenover mijn broer en mij. Overigens toonden noch mijn vader, noch mijn moeder hun emoties. Omdat mijn oma van moederskant nogal een “huilebalk” was, verviel mijn moeder in het tegenovergestelde. Ik heb mijn moeder overigens altijd gewaardeerd, want ze had op haar manier best wel het goede met mij voor. Gelukkig hadden we het materieel goed, zodat er thuis altijd wel huishoudsters en dienstbodes waren om het huishouden in goede banen te leiden.’ Beide kinderen hadden problemen op school en de ouders namen al vroeg het initiatief om hulp te zoeken. Ze belandden eerst bij de hoogleraar pedagogiek W. Bladergroen in Groningen. Zij testte Manta: ‘Qua iq bleek ik normaal begaafd te zijn, zelfs bovengemiddeld, zij het dat ik inderdaad een partieel defect bleek te hebben op het gebied van rekenen. Prof. Bladergroen beweerde dat ik als kind teveel in de box gezeten had, waaraan ze zowel mijn rekenzwakte als mijn extreme drukte weet. Maar mijn moeder ging absoluut niet akkoord met die “beschuldiging”! Ze verbrak het contact met Bladergroen en ging op zoek naar andere vormen van hulpverlening.’ Tegenover de winkel van Manta’s ouders woonde het waarnemend hoofd van het Paedologisch Instituut, R. A. C. Mulder. Via hem kwam Manta met zijn ouders als zevenjarige bij Waterink terecht. De uitslag van het onderzoek was dat hij rekenzwak was, erg druk, en weinig prestatiegericht. Bovendien kon hij beter niet in de buurt van zijn hoogbegaafde broer opgroeien. Hoewel Manta wist waarom hij moest worden opgenomen, terwijl zijn broer thuis kon blijven wonen, heeft hij het rapport nooit gezien. ‘Helaas, heeft mijn moeder me nooit inzage gegeven in de rapportage van het pi, ook niet toen ik al lang en breed volwassen was. Het rapport waarin over mijn broer en mij toekomstvoorspellingen werden verwoord lag achter slot en grendel in een kluis. En tegen het eind van haar leven liet mijn moeder alles vernietigen. De toekomstvoorspellingen waren kennelijk te somber voor
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 121 2e proef
121
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's