Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 33

testen, meten en wegen

32

ter linkerzijde van de uitgang voor stond. De termen idioot en achterlijk hebben al decennialang een negatieve betekenis, maar in 1935 waren zij in het spraakgebruik gangbare woorden. Onder idiotie verstond men onwetendheid, onkunde die is aangeboren of in de eerste levensjaren is ontstaan, waardoor op volwassen leeftijd de geestelijke ontwikkeling te vergelijken is met die van een kind van drie à zes jaar. Het begrip achter of achterlijk hield in 1935 in dat een persoon onvoldoende geestelijk (en ook lichamelijk) ontwikkeld was. Een ander begrip dat ook gebruikt werd, was zwakzinnigheid: een aangeboren geesteszwakte, waarbij de verstandelijke ontwikkeling niet verder komt dan die van een normaal kind van omstreeks negen jaar.8 De man die de handtekening plaatste, was pi-directeur Jan Waterink, toen 44 jaar en al sinds 1926 bijzonder hoogleraar pedagogiek en catechetiek en sinds 1929 ook voor pedologie, psychologie en verdere psychologische toepassingen. Via de bustes van zijn illustere voorgangers suggereert de film een continuïteit: Waterink liep in de voetsporen van deze belangrijke gereformeerde mannen. Maar tegelijkertijd wilde de film laten zien dat Waterink een moderne man van de wereld was, in een grote stad met een kloppend hart. Een man die goed op de hoogte was van de stand van zaken in de moderne wetenschap. Een man die met kinderen wist om te gaan. Naast Waterink verschijnen in de film ook proefleiders of assistenten in beeld: medewerkers in witte jassen die de te onderzoeken personen, tegenwoordig cliënten genoemd, testen. Daarnaast toont de film een aantal voorbeelden van testgebruik op het pi. Een ervan is de geschiktheid om met twee handen samen te werken. Deze test is onder verschillende namen bekend: tweehandencoördinatie, draaierstest en tweehandenproef. Door het verschuiven van twee hendels wordt een schrijfplateau in x‑ respectievelijk y-richting verschoven. Een schrijfstift zit op een vaste, centrale plaats. De te onderzoeken persoon tracht een dikgedrukte lijn op papier met twee handen te volgen. De proefleider telt de afwijkingen en observeert de aanpak. Het doel van deze test was de motorische leervaardigheid en de oog-handcoördinatie te onderzoeken.9 In de film is te zien hoe een geslaagde en een minder geslaagde lijn er uit zien. Een andere apparatenproef die uitgebreid in beeld verschijnt, is de stokkentest. Boven het hoofd van de proefpersoon zijn staven bevestigd, die de proefleider door middel van het ontkoppelen van een elek-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 32 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen