GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 112

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 112

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

het paedologisch instituut op eigen benen

tussen de vijf sectoren die bij de kinderen waren betrokken. Daarbij ging het om de medische sector, het pedagogisch werk in de groep en het pedagogisch-didactisch werk op school. Een vierde vormden de psychologische werkzaamheden in het kader van diagnostiek, therapie, consultatie aan groepsleidsters en onderwijzers en advies aan ouders. De vijfde sector was het sociale werk, dat zich richtte op contacten met ouders en instanties. Met tevredenheid signaleerde De Wit dat de in 1958 begonnen interdisciplinaire besprekingen van kinderen in stafvergaderingen en de wekelijkse interdisciplinaire vergaderingen met evaluatie van behandelingsplannen en de opdoemende problemen, tot grote tevredenheid hadden gewerkt. In aanvankelijk op zaterdagmorgen, maar later op vrijdagavond gehouden vergaderingen, kwam elk kind minstens eenmaal per maand aan de orde. Verheugd kon hij vaststellen dat het nu nog aankwam op consolidatie en verdere verdieping van het werk. 35 Nieuw in het verlag van De Wit over 1961-1963 was dat hij belangrijke elementen in de behandeling door de specialisten zelf liet beschrijven. Zo leverde de psychologe P. M. Popma een uiteenzetting over de speltherapie, de hoofdleidster H. J. Kool een verhandeling over het werken in de leefgroepen en D. J. Bakker uitleg over het onderzoek van leesstoornissen.

verdere professionalisering Al toen De Wit aantrad was hij van plan de kinderstudie grondiger aan te pakken. Deze was in de laatste jaren van Waterink verwaterd omdat het Laboratorium voor Toegepaste Psychologie, waar lange tijd het diagnostisch onderzoek plaatsvond, door het vragen van commerciƫle prijzen steeds minder werd ingeschakeld. Hij haalde professionals in huis die het wetenschappelijk onderzoek in de proeftuin van het pi ter hand zouden nemen. De eerste was Dirk Bakker, die zich met dyslexie ging bezighouden (zie hoofdstuk 8). Die differentiatie in functies en werkvelden werd gestimuleerd door ontwikkelingen op universiteiten waar eind jaren vijftig psychologie en pedagogiek in een zelfstandige faculteit verenigd werden, aanvankelijk nog samen met de Medische (zie hoofdstuk 7). Daarbinnen ontstonden vakgroepen of afdelingen die hun eigen hoogleraar kregen.

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 111 2e proef

111

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 112

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's