GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 43

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

42

gen van de opeenvolgende kabinetten-Colijn om de defensie op peil te brengen. In mei 1940 zou Nederland daarvoor een zware prijs hebben betaald, aldus De Jong. De antirevolutionair Hendrik Algra, die nog niet kon weten dat hij een decennium later eveneens tot eredoctor zou worden bevorderd, klom in de pen en schreef in Antirevolutionaire Staatkunde een vurige verdediging van zijn in 1954 overleden partijgenoot. Volgens Algra hield Van Dijk vanaf het allereerste begin van zijn politieke loopbaan, die viel in 1921, pleidooien voor een stevige defensie. Hij keerde zich tegen De Jongs schets van Van Dijk. Volgens Algra baseerde De Jong zich op eenzijdige bronnen, zou hij de Kamerstukken niet kennen en bovendien onvoldoende op de hoogte zijn van de politieke verhoudingen destijds. ‘Wie het werk van J. J. C. van Dijk nagaat en daarbij de handelingen van de Staten-Generaal als een bron van de eerste rang beschouwt en voortdurend raadpleegt, die krijgt diep respect voor de bekwaamheid en strijdbaarheid van deze integere en vasthoudende man, die had te werken onder uiterst moeilijke omstandigheden’, zo luidde het oordeel van Algra.

max huber (1950) Het eredoctoraat dat volkenrechtgeleerde Max Huber (1874-1960) op 20 oktober 1950 uit handen verkreeg van prof. dr. Gesina van der Molen, was niet het eerste. Huber was dezelfde onderscheiding al toegekend in Lausanne, Oxford en Parijs. Wat was er voor bijzonders aan Huber dat nu ook de rechtenfaculteit van de vu de Zwitser besloot voor te dragen? Vier redenen werden opgesomd: Huber had als publicist het volkenrecht van een wetenschappelijke basis voorzien, hij zou bovendien vorm gegeven hebben aan zijn idealen door als rechter en voorzitter van het Permanente Hof van Internationale Justitie in Den Haag te fungeren en daarbij ‘zichzelf steeds de hoogste eisen van verantwoordelijkheid en gerechtigheid’ te hebben opgelegd. Konden die drie redenen ook door de andere universiteiten worden opgevoerd, de vierde lijkt uitsluitend aan de vu te zijn voorbehouden. Huber werd ‘in de ruimere zin’ als een geestverwant beschouwd. Grote waardering had de faculteit voor het feit dat hij ‘met name ook als voorzitter van het Rode Kruis, steeds openlijk en onomwonden, waar dit pas gaf, voor zijn Christelijke overtuiging is uitgekomen’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's