'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 58
Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930
eredoctoraten
driedelige overzichtsgeschiedenis van het protestantisme vanaf de Reformatie tot aan de twintigste eeuw. Toen het af was, mocht de inmiddels 73-jarige Léonard op zijn lauweren rusten. De vu intussen, waar het eredoctoraat zonder slag of stoot was aanvaard, mocht tien jaar na dato terugzien op een goede greep. Aan de productieve historicus Léonard had de universiteit zich geen buil gevallen. Dat hij ook nog recht in de leer mocht heten, was daarbij mooi meegenomen.
h. w. tilanus (1958) Toen mr. H. K. J. Beernink het nieuws bereikte dat Hendrik Willem Tilanus (1884-1966) op 20 oktober 1958 aan de Vrije Universiteit een eredoctoraat in de rechtsgeleerdheid zou ontvangen, klom hij onmiddellijk in de pen om zijn voorganger als fractievoorzitter van de Christelijk-Historische Unie (chu) in Trouw hulde te brengen. Beernink somde de verdiensten van Tilanus één voor één op: hij zou een grote staat van dienst hebben als militair, door niet alleen het leger te dienen als artillerieofficier maar ook als leraar aan de Koninklijke Militaire Akademie in Breda. Hij zou in zijn lange parlementaire loopbaan op de bres hebben gestaan voor het christelijk onderwijs. En hij zou als fractievoorzitter van de chu, die hij tussen 1939 en 1958 leidde, grote verdiensten hebben gehad voor de Nederlandse samenleving. Maar als belangrijkste verdienste van Tilanus beschouwde Beernink zijn succesvolle verzet tegen de Doorbraak: de roep om de ‘historischen’ te doen opgaan in een grote, niet op christelijke leest geschoeide volkspartij. ‘Dat hij de Unie, met haar verschillende stromingen en haar grote vrijheidszin in de moeilijke naoorlogse jaren heeft geleid op een wijze, die niemand deed twijfelen aan het positief-christelijk karakter van deze politieke groepering, is mede een grote verdienste geweest’, schreef Beernink, die zijn artikel eindigde met de uitroep: ‘doctor Tilanus, draag uw doctorshoed nog vele jaren met ere!’ Vermoedelijk heeft Beernink inzage gehad in het juryrapport dat promotor prof. dr. I. A. Diepenhorst, hoogleraar strafrecht, reeds had opgesteld. Ook Diepenhorst zag als Tilanus’ grootste verdienste dat hij (‘beginselvast en oecumenisch politicus’) door de chu ‘als volksgroep van eigen structuur’ bijeen te houden ‘de zaak der Hervorming in Ne-
57
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007
Historische Reeks | 191 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007
Historische Reeks | 191 Pagina's