GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 38

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

verder. Ze bezorgden hun vader bovendien een plaats in de geschiedenis door hem te herdenken – niet alleen in de tweede editie van de Christelijke encyclopedie (1956-1961) maar ook in de prestigieuze Biographical Dictionary of Christian Missions (1999), waarin alle grote christelijke zendelingen zijn opgenomen.

j. c. rullmann (1930) Johan Coenraad Rullmann (1876-1936) was, veel meer dan herenboer en wereldburger Colijn, de personificatie van de gereformeerde wereld die tussen de twee wereldoorlogen haar hoogtepunt vond. En dat, terwijl Rullmann naar eigen zeggen een ‘echt kind van het Amsterdams Réveil’ was. Afscheiding en Doleantie vonden in amateur-historicus Rullmann echter hun woordvoerder. Onder invloed van zijn vader, die als vroom gemeentelid regelmatig voorging in dolerende kerken in en rond Amsterdam, doorliep Rullmann de klassiek gereformeerde weg: het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam, gevolgd door een studie theologie aan de vu. Na zijn afstuderen verdween Rullmann in de pastorie. Hoe nauwgezet en vroom hij zijn kerkelijke taken ook vervulde, zijn hart lag bij de geschiedschrijving van zijn eigen groep. Ieder vrij uur ging op aan de bestudering van de voormannen, van wie in de eerste plaats Abraham Kuyper moet worden genoemd. Naast een driedelige Kuyper-bibliografie publiceerde hij een reeks apologetische werken over onder meer het goed recht van Afscheiding en Doleantie in de Nederlandse Hervormde Kerk in de negentiende eeuw en over zijn leermeester F. L. Rutgers. Anno 2007 maakt zijn werk een gedateerde indruk, vooral door de hagiografische toon waarvan vooral zijn levensschetsen van Kuyper en Colijn zijn doortrokken. Maar ook anno 1930 bestonden al bezwaren tegen Rullmanns werk. De historicus Arnout van Schelven zag er zelfs reden in zich tegen de voordracht van Rullmann als eredoctor te keren. Erepromotor H. H. Kuyper verdedigde Rullmann echter door te wijzen op het vele bronnenonderzoek dat ten grondslag lag aan vooral zijn negentiende-eeuwse kerkgeschiedenis. Daar had Van Schelven niet van terug. Hij genoot nu eenmaal minder aanzien dan zijn tegenvoeter, die dat jaar niet slechts was verkozen tot rector magnificus maar zich boven-

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's