GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 75

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

all in the game

74

Beelden van barricades, brandende auto’s en bloedende betogers gingen op 11 mei 1968 de hele wereld over. In de Nederlandse universitaire gemeenschap zorgde ondertussen een rapport over haar toekomstige bestuursorganisatie voor de nodige onrust. Het rapport was opgesteld door een commissie die in ir. A. G. Maris haar voorzitter en naamgever had en was benoemd door de Academische Raad, het adviesorgaan voor het wetenschappelijk onderwijs van de minister. De commissie had als opdracht de universitaire bestuursstructuur tegen het licht te houden. Het vertoonde nog sterke trekken van het traditionele, vooroorlogse standenonderwijs terwijl de dynamiek van de modern-industriële samenleving andere eisen stelde. De commissie-Maris beval een op het bedrijfsleven geënte top-down-bestuursstructuur aan waarin voor het curatorium geen plaats meer was en de senaat geen bestuurstaak meer was toebedacht. Beroepsbestuurders moesten het op de universiteiten voor het zeggen krijgen, een presidium van drie managers dat alleen verantwoording verschuldigd was aan de minister.48 Een storm van kritiek stak op. In strijd met de tijdgeest werd door Maris nauwelijks gerept van inspraak of medezeggenschap van onderaf, niet van stafleden, laat staan van studenten. Beide groepen wezen de bestuursstructuur dan ook van de hand, gesteund door veel hoogleraren die de vrijstaat van hun leerstoelen bedreigd zagen worden door bureaucratisch centralisme. De Academische Raad haastte zich, ook bang voor ‘Parijse toestanden’, het Marisrapport van tafel te halen. Daarmee verdween de samenbindende kracht van het monsterverbond tussen hoogleraren, stafleden en studenten, al viel het verbond niet onmiddellijk uiteen. Dat de universiteit moest democratiseren en dat de studenten inspraak moesten krijgen, werd ondertussen wel door steeds meer hoogleraren en universiteitsbestuurders onderkend. De prangende vraag was echter hóé en in hoevérre.49 De subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen van de vu beantwoordde de vraag in haar vergadering van 12 juni 1968, toen in Parijs een laatste groep diehards de Sorbonne nog bezet hield. Een week eerder was, alsof het allemaal nog niet genoeg was geweest, in Los Angeles presidentskandidaat Robert Kennedy doodgeschoten, voor velen een icoon van de hoop op een betere wereld. De subfaculteit besloot dat de studentleden van de studieraad, een sinds twee jaar functionerend overlegorgaan van stafleden en studenten, toegang zouden krij-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's