GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

op de bovenste traptrede

heid, géén partijpolitiek. Voorts bezag Wilson het bestuursapparaat door een bedrijfsmatige bril: de overheid moest worden geleid als een onderneming, doelmatig en efficiënt.51 Na de tweede wereldoorlog werd op de wilsoniaanse visie de aanval geopend, onder meer door de Amerikaanse politicoloog Dwight Waldo. Door publiek bestuur als waardevrij ‘scientific management’ op te vatten werden ambtenaren tot robots gedegradeerd, betoogde Waldo in zijn studie The administrative state. Het boek verscheen in 1948, als handelseditie van zijn zes jaar eerder voltooide dissertatie. Bestuur was volgens Waldo, die het overnemen door de sociale wetenschappen van natuurwetenschappelijke methodes als een heilloze weg bezag, onlosmakelijk verbonden met waarden en normen, met geestelijke en zedelijke ontwikkeling. Besturen was beschaven. Ambtenaren droegen een grote verantwoordelijkheid, maatschappelijk en ook politiek. Niet amorfe instituties droegen de democratie, maar mensen van vlees en bloed die voortdurend keuzes moesten maken.52 Intussen vond de bestuurskunde in Nederland moeizaam ingang. Aan de universiteiten leefde de vooroorlogse opinie voort dat bestuurskunde vooral een praktijkvak was. Werd het ingewikkeld, dan wendde men zich wel tot de rechtswetenschap. Niet dat juristen op onderzoek uitgingen – ze grepen naar handboeken. Van empirische waarneming was eigenlijk geen sprake. Hierin bracht de oprichting in 1947 van de politiek-sociale faculteit aan de Gemeente Universiteit weinig verandering, vermoedelijk omdat bestuurskunde voor de geëngageerde geleerden te weinig maatschappijvernieuwende aanknopingspunten had. Het Haagse Institute of Social Studies maakte met de opleiding van bestuurders voorzichtig een begin, maar voor de vaderlandse universiteiten was dit nauwelijks een voorbeeld ter navolging.53 Bestuurskundigen dienden hun kennis in de praktijk op te doen, onder wie Henk Brasz, een – naar eigen zeggen – ‘uit de Overijsselse klei getrokken gereformeerde jongeman’ die in 1939 een schriftelijke opleiding voor gemeenteadministratie ging volgen. Praktijkervaring deed Brasz op als volontair op de gemeentesecretarie van Nieuwleusen, wat het begin was van een ambtelijke carrière die hem via de gemeentesecretarie van het Utrechtse Leersum naar de provinciale griffie van Zuid-Holland voerde. In 1948 werd Brasz werkzaam op het Instituut voor Bestuurswetenschappen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De studie werd ondertussen allerminst verwaar-

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's