Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 16
is sociologie salonfähig?
van het antirevolutionaire dagblad De Standaard (1872), de Antirevolutionaire Partij (1879), de Vrije Universiteit (1880) en de Gereformeerde Kerken in Nederland (1892). Het calvinisme, dat het Nederlandse volk drie eeuwen tevoren, in de strijd tegen de koning van Spanje, volgens Kuyper tot in de diepste vezels was binnengedrongen, moest in kerk, staat en samenleving weer toonaangevend worden. In dit offensief positioneerde Kuyper de Vrije Universiteit uitdrukkelijk in de eerste linie, ter wetenschappelijke staving van de geloofsstrijd en ter emancipatie van de schare der kleine luyden die geschoold kader nodig had. Anders gezegd: het hoger onderwijs op gereformeerde grondslag diende zowel denkers als doeners voort te brengen.5 In zijn boekje De grondslagen der sociologie, dat in 1900 verscheen, plaatste Anema de positivistische sociologie, rond 1830 gesystematiseerd en geformuleerd door de Franse filosoof Auguste Comte, onder streng calvinistisch oordeel. In Cours de philosophie positive had Comte de nieuwe wetenschap op eng-rationalistische leest geschoeid. Wetenschap was slechts ‘waar’ als ze was gebaseerd op empirische, ‘positieve’ feiten. Alleen de menselijke ervaring was de bron van alle kennis. In deze opvatting, die Comte had ontleend aan sociaal-theoreticus en utopist Henri de Saint-Simon, wiens privésecretaris hij was geweest, klonk de opkomst van de natuurwetenschappen krachtig door. Sociologisch onderzoek viel of stond volgens Comte met eenduidigheid en herhaalbaarheid. Verschijnselen moesten rationeel worden verklaard; positivistische wetenschap richtte zich op waarneembare samenhangen en wetmatigheden, zónder metafysische duiding. Anema wees dit als een bedenkelijk staaltje van menselijke hoogmoed van de hand, zijnde de zoveelste episode van de Verlichtingsmythe rond de autonome mens die in 1789 op het schild was geheven, God en Zijn scheppingsorde terzijde schuivend. Niet de natuurwetenschappen dienden de sociologie tot spiegel te zijn; als haar grote voorbeeld ter navolging wees Anema de rechtswetenschap aan, die immers handelde over ‘de objecten en levensverhoudingen welke zich voordoen bij de samenleving van mensch en mensch.’ Aldus conformeerde Anema zich aan Kuypers magnum opus Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid waarin de grote gereformeerde organisator de sociologie onder het chapiter van de rechtsgeleerdheid had gerangschikt, zij het uitdrukkelijk als ‘hulpwetenschap’.6 Dit laatste was Anema, ‘met allen eerbied voor den schrijver,’ echter
15
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's