Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 106

de ‘honderdurenbezetting’

maakte, rekende tevens af met Marcuses randgroepentheorie die studenten een voortrekkersrol toekende in de strijd tegen het repressieve sociale en politieke systeem. Conform de ‘totaalarbeidertheorie’ van de Duitse socialistische theoreticus Hans-Jürgen Krahl, de begin 1970 bij een auto-ongeluk overleden voorman van de ‘Sozialistischer Deutscher Studentenbund’, bezag De Korrel studenten en arbeiders op gelijke hoogte. Studenten waren wetenschappelijke arbeiders in opleiding. ‘Het proletariaatachtige van hun positie,’ aldus het programmatische artikel ‘De Rode Eenheid op de korrel’, ‘is dat zij voor het voorzien in hun levensonderhoud zijn aangewezen op de verkoop van hun arbeidskracht.’ Ook wetenschappelijk geschoolden werden namelijk massaal in loondienst gedwongen en hadden ten tijde van crises een even onzekere positie als fabrieksarbeiders.14 Ernsting, op-en-top activist, moest van dit getheoretiseer niets hebben. ‘Het individuele klassenverraad tegenover de vorming van een proletarische voorhoede,’ vatte hij vijftien jaar na dato de gestaalde discussies samen. ‘Ik heb studenten gekend die gewapend met een pakkie brood met stratenmakers gingen lunchen. Dat vond ik zo grotesk. Dat hele debat kwam op mij over als een theoretische compensatie voor wat in de praktijk moeilijk lukte.’15 De ideologische steven werd overigens opvallend gemakkelijk gewend. Luttele maanden nadat de Rode Eenheid Krahls ‘totaalarbeidertheorie’ had omarmd, werd het strijdtoneel alweer van de fabrieksvloer naar de universiteit verplaatst. De reden hiervan waren de forse bezuinigingen die het kabinet-Biesheuvel het wetenschappelijk onderwijs in het vooruitzicht stelde. ‘Stops’ werden aangekondigd op de studententoestroom, op personeelsbenoemingen en op nieuwbouwprojecten. De meest drastische kabinetsmaatregel was evenwel de verhoging van het collegegeld, van tweehonderd naar duizend gulden. Onderwijsminister Chris van Veen en collega Mauk de Brauw, die de portefeuille voor wetenschapsbeleid en wetenschappelijk onderwijs beheerde, beriepen zich hierbij op het ‘profijtbeginsel’. Wie profiteerde van een voorziening, die bovendien toegang verschafte tot goedbetaalde banen, moest er maar voor betalen ook.16 De bezuinigingsplannen, die het lager en middelbaar onderwijs even hard troffen, deden op 29 november 1971 een vijftigduizendkoppige menigte in en rond de Utrechtse Jaarbeurs samendrommen. Binnen kwamen de sprekers niet boven het kabaal uit (‘Van Veen, ga

105

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen