GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leemten in de wet - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leemten in de wet - pagina 6

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8 beoordeelende naar een laatsten standaard van behoorlijkheid, zal moeten disqualificeeren. Daarmee wordt echter nog niet getornd aan de realiteit van het onrichtige recht, alsof het onredelijke onwerkelijk ware. Integendeel is, zooals we reeds opmerkten, deze realiteit bij de critische waardeering ondersteld. Het bestaan van leemten in normatieven

zin wordt dus niet ont­

kend, hare mogelijkheid wordt juist als a priori gegeven aangemerkt, wijl deze gegrond is in het onderscheid van begrip en idee

1 0

).

In nauw verband met de voorafgaande categorie van leemten staat een tweede groep, waarop o. a. door H e e k , maar in den hier verdedigden zin vooral door v o n V e r d r o s s is gewezen ) . 1 1

Ook hier hebben we te doen met een maatstaf, die aan het bestaande recht van buiten af aan de rechtsorde wordt aangelegd, met een postulaat, dat tot de rechtsnormen wordt gericht. Toch is er een fundamenteel verschil in den inhoud der beide postulaten. In het eerste geval luidt de eisch, gansch algemeen: de inhoud der wet behoort door de rechtsidee te zijn gericht. Hier luidt het postulaat: de regelingen (ze mogen al of niet door de rechtsidee zijn geleid) moeten zoo zijn, dat ze een objectieve, ondubbelzinnige, „eindeutige" beslissing mogelijk maken. W e hebben in beide ge­ vallen dus te doen met een critiek en wel een transcendente critiek. Toetst men eenige wet aan dit richtsnoer der objectiviteit en Eindeutigkeit, dan is de mogelijkheid, ja de noodwendigheid eener disharmonie niet wel te ontkennen. Het kan althans blijken, dat zulk een ideaal, zulk een objectieve, „eindeutige" beslissing zooal niet een onbereikbaar dan toch zeker een nog niet bereikt ideaal is. Dit is gemakkelijk in te zien. Stel, ten aanzien van een bepaalde rechtsfeitsverwerkelijking ) heeft de wet een strafbedreiging gesteld, die als maximum, zeggen w e, twintig jaren aangeeft. Het laat zich 1 2

r

denken niet alleen, dat

10 colleges verschillend oordeelen, maar

ook, dat er zooveel verschillende vonnissen worden geveld in naam der Koningin, als de 20 jaren dies utiles bevatten. De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat de wet hier de beslissing binnen be­ paald

aangegeven

grenzen 1 8

overlaat

aan

het

dusgenaamde

vrije

oordeel van den rechter ) . Hetzelfde geldt, als de wet den rechter verwijst naar „de goede zeden", naar het oordeel van een goed huis-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's

Leemten in de wet - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's