Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 32

De uitspraak in 1 Oor. 1, die zoo anders luidt, is dan tot troost en steun voor wie als onwetenschappelijk gebrandmerkt wordt, omdat hij zich laat leiden door de getuigenis des Heeren. Te loochenen is het niet, dat aan geene de Overheids Hoogescholen nog eene theologische faculteit bestaat; men hield wel eenige historische vakken, en dan een onderzoek der klier in het hart, die godsdienstig bewustzijn genoemd wordt. Meer niet. Eindelijk zegt hij, dat men hem en zijn ambtgenooten in zekeren zin als privaat-docenten kan beschouwen, maar dat nog nooit één hospitant zich aanmeldde. Prof. de Savornin Lohman is teleurgesteld door wat Dr. Gunning te berde gebracht heeft. Zijn scherpe uitdaging der tegenstanders spruit voort uit zijn afkeer van eene vrajze van bestrijding als die van Dr. Bronsveld. Dien had hij hier verwacht. Door zijn niet komen heeft hij het recht tot verder spreken zichzelven ontzegd. Ook andere tegenstanders had hij verwacht. Openbare discussie te mijden, maar in particuliere brieven allerlei personen verdacht te maken is niet het werk van eerlijke, vroede mannen. Het punt der privaat-docenten handelde Prof. Fabius reeds af; alleen voegt hij er nog bij dat zulk eene positie eene onmogelijkheid is, aangezien van geen aanvullen sprake kan zijn waar men lijnrecht tegenover elkander staat. En op de vraag, waarom de sommen nu b^eengebracht niet aangewend zijn om althans de proef met aanvulling te nemen, is het antwoord dat de gevers hun gelden daarvoor niet beschikbaar stelden. Verder ontkent hij, dat onbevoegden zijn opgeroepen om te oordeelen; men kan bij die menschen spreken van geestelijke voelhorens en, al kunnen zij hun bezwaren soms niet formuleeren, toch weten zg best te onderscheiden dat er iets aan hapert; en juist omdat zij eene grens voor hun bevoegdheid erkennen, nl. als het op een beoordeelen van het wetenschappelijk gehalte aankomt, is deze vereeniging gevormd, in welke men aan directeuren en curatoren dat deel der taak heeft opgedragen. Hij verzet zich tegen Dr. Gunning's beweren, dat wetenschap zou zgn een hypothetisch redeneeren over allerlei stellingen. In zijne rede bij aanvaarding van zijn ambt, heeft hij dit met nadruk op den voorgrond gesteld, dat het uitgangspunt beslissend is voor den geheelen inhoud der wetenschap. Volslagen tegenstanders hebben dit zonder voorbehoud erkend; terwijl halve tegenstanders het verschil alleen toeschreven aan een gebrek aan logica. Om dit nog eens aan te toonen betreedt Hj niet het gebied der_ hem vreemde physica, maar dat der economie politique. Daar is men uitgegaan van de stelling, dat de samenleving rust op de basis van het welbegrepen eigenbelang. Had men dit getoetst aan Gods Woord, men had dïa het verkeerde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen