GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIV

huis in wortelhout zijn uitgehouwen. De duiker duikt naar de diepte der zee om de parel van groote waardij op den bodem te zoeken. Zoo ook wil het 't Calvinisme; naar de diepte, daarheen leidt het, wijl alleen in die diepte de parel van groote waarde kan worden gevonden. "Uit de diepte"; ook onze Hoogeschool kent daarvan de beteekenis; want zij is waarlijk, wat de voorganger in de ure des gebeds zoo treffend opmerkte, een Hoogeschool onder het kruis. "Uit de diepte" — het is ook de toon die ons voegt in deze dagen, nu ook binnen eigen kring zekere spanning, zekere gisting, zekere woeling wordt waargenomen. Meer zal ik hier maar niet van zeggen, want ge zoudt — als eenmaal Elisa tot de jongeren der profeten zei — het ook mij toeroepen: "Ik weet het óók wel, zwijg gij stille." ^Maar nu ook, uit de diepte roepen wij. Als er iets dreunt in de wolken daarboven, weet Gods kind het, dat ook in de stemme des onweders de Heere spreekt; en zoo ook in dagen van worsteling, van strijd en moeite, hebben wij te volgen en te gaan waar de Heere ons henenleiden wil. Nog op één de profundis heb ik u te wijzen: "Zoo Gij, Heere, de ongerechtigheid gadeslaat; Heere, wie zal bestaan ?" Die kreet van smart klimt op uit de bangste diepte van het hart van elk kind van God, wanneer het door het besef van eigen schuld en zonde wordt verontrust in de ziele. De schuld is zoo groot, zoo zwaar, en ook wij gaan gebogen onder haar gewicht. Als we bedenken, hoe door eigen schuld veel voor het leven onzer natie verloren ging, klimt de zelf-aanklacht naar de lippen uit het binnenste van het hart. Als wij, Hoogloeraren, zien op eigen persoon, op onzen arbeid, onze studie, gedraging en houding, o, dan is er, helaas, zooveel oorzaak om in de diepte te liggen voor onzen God. Meent ge niet, dat, al zijn ze nog jong, ook uit den kring onzer studenten vaak een stemme opgaat, die roept om vergiffenis van zonde en schuld ? Meent ge, dat Directeuren, als ze op hiin arbeid zien, zich het brevet van volkomenheid zullen uitreiken, en niet neervallen in de belijdenis, dat ook zij zooveel te kort schoten? Dat ook Curatoren het niet weten, dat ook zij niet vrij uitgaan, wanneer ze zich afvragen, of ze de eere en de hoogheid van hun taak wel altijd hebben in het oog gehouden ? Maar óók, Leden en Begunstigers, ook gij kunt u zelven niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's