Jaarboek 1928 - pagina 56

63 In het najaar is daarentegen tweemaal vergaderd, n.l. 14 September te Leiden en 7 December te Den Haag. Op de vergadering in Leiden waren de Ringeni vertegenwoordigd, behoudens Gouda, Den Haag en Scheveningen. In Den Haag was eindelijk ook Scheveningen present en daarmee alle Riagen. In bespreking kwam het Uitbreidingsplan. Overlegd werd op welke wijize het best de arbeid aan té vatten. Geadviseerd is overal plaatselijke comité's te vormen — en de Ringbesturen ten spoedigste saam te roepen.. Besproken werd de kwestie-Dr. G. K. Schoep en die van art. 2 der Statuten. De vergadering in December was bepaald om te zien of de arbeid overal aangepakt was en wat verder zou behooren gedaan te worden. Op de vergadering zelf bleek duidelijk, dat overal ijiverig gewerkt wordt. Ook dat hier en daar moeilijkheden zijn te overwinnen, maar dat over het algemeen er den gang goed inzit. Op sommige plaatsen is men boven den aanslag. Op andere is men er beneden en hoopt men z'n quantum te bereiken. Andere plaatsen zullen niet tot den aanslag kunnen komen. Eigenaardig is dat, wie tot heden het meest voor de V. U. deed, nu het meeste moet doen en dat de laksche en lauwe plaatsen er met een „schijntje" afkomen. De laatste plaatsen zullen èn voor 't Uitbreidingsplan èn voor de gewone actie bijzonder de aandacht vragen. In de Ringen Alphen, Delft, Leiden b.v. was men verheugd over wat meni reeds bereikt had, maar werd men pessimistisdh gestemd hoe men den aanslag zou moeten- bereiken. Rijswijk ziet geen kans z'n quotum te brengen. In Den Haag en vooral in Scheveningen alsmede in Bodegraven was nog zeer weinig gedaan. De heer Barendsen, die voor Den Haag zitting had, is vervangen door den heer A. Geelen. Nog werd weer gesproken over het noodzakelijke van de weerlegging van de artikelen van Dr. Schoep. Aangespoord is het laatste stuk van den winter nog alle krachten in te spannen; 29 Februari 1928 weer te vergaderen om dan vast ie stellen wat er verder behoort gedaan te worden. ZUID HOLLAND TEN ZUIDEN.

In het Provinciaal Comité van bovengenoemd ressort kwam gedurende 1927 eenige verandering. In plaats van den heer T. Jongeling, trad als afgevaardigde op namens den Ring Gharlois de heer B. Kamerling, terwijl er een vacature ontstond voor den Ring Rotterdam, door het overlijden van den heer S. de Jong Ezn. In het sterven van dezen vriend onzer Hoogeschool, verliest de V. U., en met name de Ringbesturen in burgerlijk Rotterdam, zeer veel. Wat kon hij de belangen der „Vrije" verdedigen, en tegelijk zelf de hand aan den ploeg slaan! Van de organisatie der Jaarvergadering in 1926 te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen