GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1935 - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1935 - pagina 44

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

42

§ 9. In Memoriam Z.Exc. A. W. F. Idenburg. „Zegent, wetende dat gij daartoe geroepen „sijt, opdat gij segening zoudt beërven." (1 Petr. 3:9).

Zegenen is eene werkzaamheid, die de Heere, in haar volkomenheid, aan Ziöhzelf heeft voorbehouden. Ook hier echter mag de mensch soms iets doen zien van het beeld, waarnaar hij geschapen werd. Dan n.l. wanneer Hij het schepsel vergunt uit de schatkamer van Zijn genade geheiligde gaven te ontleenen om die weer aan ' anderen te toonen. Immers alsdan gaat er ook van den mensch zegenende werkzaamheid uit. Het is die zegenende invloed van een figuur als Idenburg, die ons, na zijn verscheiden, het meest blijft toespreken. Zeker, we erkennen zijn groote verdiensten in ambtelijken werkkring, zijn wijsheid, tact en voornaamheid op elk terrein waarop hij werkzaam was — ook in onzen Directeurskring — maar dat is het toch niet wat hem het scherpst teekent. Men kan zich mannen denken van gelijke bekwaamheid, van even scherp verstand, van even helder oordeel, van even voorname statuur, en dan toch nog iets in hen missen wat aan Idenburg alleen eigen was. Dat geheel eigene was de zegenende invloed, die van hem uitging door zijn eenvoudig kinderlijk geloof, dat heel zijn optreden beheerschte en zijn arbeid beïnvloedde. Er is, ook bij wezenseenheid, toch altijd nog een groot verschil tusschen menschen en menschen. De een zoekt zijn steun dan bij den Heere, als de moeilijkheden van het leven hem dreigen de baas te worden; de ander begint met zijn handen uit te strekken naar den Eeuwige, van Wien hij alle hulp verwacht en op Wien hij al zijn vertrouwen stelt. Beiden weten, dat de Heere regeert; beiden aanvaarden de ongenoegzaamheid van het menschelijk kunnen en willen, maar de reactie op die waarheden bij den een verschilt soms hemelsbreed van die bij den ander. Van heel Idenburgs optreden nu ging de prediking uit, dat de mensch zich te sterken heeft in zijn God alvorens hij iets onderneemt en dat hij daarna en daarom zeggen kan: Ik vermag alle dingen door Christus, die mij kracht geeft. *

*

*

Zóó snijdt de herinnering aan onzen mededirecteur het diepst in. O, veel meer valt er te waardeeren. Zijn rustige bezonnenheid, zijn hoffelijkheid in den omgang, zijn warme belangstelling voor alles wat het leven onzer Universiteit betrof, we bewaren er de aange-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's

Jaarboek 1935 - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Jaarboeken | 175 Pagina's