Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1949/1950 - pagina 70

66

gische studenten dienen, doch dat laat ik nu verder daar. Ik begrijp het streven van deze studenten niet, want de zaak is voor hen zeer eenvoudig. Zij zijn dienstplichtig en zij worden opgeroepen als alle anderen, tenzij zij zelf vrijstelling aanvragen. Zij hebben dus niet iets te doen, doch alleen iets na te laten. Vragen zij geen vrijstelling, dan komen zij in dienst. En nu een laatste opmerking van algemenen aard. Zij betreft de vertegenwoordiging. Vanzelf stelt onze Universiteit het op prijs, als er met haar gerekend wordt. En elke rector zal gaarne door zijn aanwezigheid hier of daar van zijn belangstelling blijk geven. Maar het wordt te veel. Een rector moet toch al vaak colleges en examens verzuimen, en wanneer hij overal ging, waar hij uitgenodigd wordt, kan hij van het college geven wel afzien. Ik heb een keuze moeten doen en mij tot strikt academische of heel officiële plechtigheden moeten bepalen. Natuurlijk woonde ik het 25-jarig jubileum van de Universiteit te Nijmegen bij. Gelijk ook andere academische plechtigheden. Ik noem de uitreiking van de Lorentzmedaille aan Prof. Kramers van Leiden op 30 Sept. 1948 en de ere-promotie van Minister Drees aan de Oeconomische en Sociale Hogeschool te Rotterdam op 8 Nov. van het zelfde jaar. Dan vermeld ik met dankbaarheid, dat ik enige malen de gast was van het Studentencorps. In het bijzonder wil ik noemen den avond van 17 Nov. toen ik tot de gasten behoorde die door den Senaat van het Studentencorps waren uitgenodigd om aan te zitten aan den maaltijdwaaraan Z.K.H. Prins Bernard werd ontvangen. Een enkelen keer heb ik den weg gevolgd, die ook aan andere Universiteiten wordt betreden, en een collega verzocht in mijn plaats te gaan. Ik dank die collega's, die zo welwillend waren mij te vervangen. Doch ik heb ook de vrijheid genomen om voor een aantal uitnodigingen vriendelijk te bedanken. Het zal wel ondoenlijk zijn om hier een onder alle omstandigheden geldenden regel op te stellen. Er zou nog wel meer van algemenen aard te vermelden of te vragen zijn, zo b.v. of bij de toeneming van het aantal studenten onze wijze van inschrijving niet dient te worden gewijzigd, doch ik eindig hier mijn beschouwingen. Ik kan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen