Jaarboek 1961-1962 - pagina 76

en God met een kleine letter i ) — hebben deze natuurwetenschappen in het jongste verleden verrassend naar de breedte en naar de diepte zich uitgezet. Van hun onmisbaarheid is ieder overtuigd. In een vroeger tijdperk was de theologie zowel door het tanen van het geloof in de openbaring als door het ontdekken van de haar gestelde grenzen teruggedrongen. In dit tijdvak verliest de litteraire faculteit aanzien, en vooral de studie der klassieke letteren. 2) In de vorige eeuw reeds schreef • Charles W. Eliot, de vernieuwer van Harvard: ,,The vulgar argument that the study of classics is necessary to make a gentleman, is beneath contempt." 3) Hij had geUjk. Evenals het juist is dat het vermogen Horatius te vertalen niet doorslaggevend is.4) Maar „c'est Ie ton qui fait Ie musique". Hoe eenzijdig het moge zijn de voordelen ener klassieke opvoeding aldus uit te meten ,,it enables us to look down with contempt on those who have not shared its advantages, and also fits us for places of emolument not only in this world but in the next", 5) de huidige minachting voor Grieken en Romeinen als erflaters onzer beschaving is verkeerd. De mens kan onmogelijk alles omvatten, hij moet ook in de wetenschap kiezen en delen, maar het niet gekozene verliest daarom zijn waarde geenszins. Wat de natuuronderzoekers inzonderheid vanaf 1900 hebben opgetrokken is een bewonderenswaardig bouwwerk; desondanks blijft het een dak nodig hebben, en kan het al evenmin zonder vensters, uitziend op het voor de natuurwetenschap ontoegankeHjke. Zo is de mening dat waar de atoomphysica eindigt, de rechtswetenschap begint, goed verdedigbaar. 6)

68

^) W. J. Aalders in Eltheto, Maart 1941, 93, wees hierop in iets zachter bewoording. ^) Zie in dit verband William Clyde de Vane: The American University in the Twentieth Century. Louisiana 1947, 40. 3) Charles W. Eliot: The Man and his Beliefs, ed. William Allan Neilson I. New York 1926 geeft vele treffende uitspraken. *) J. Robert Oppenheimer bij Charles Frankel: Issues in University Education. New York 1959, 48. ^) W. H. Armytage: Civic Universities. Aspects of a British Tradition. London 1955, 175 vermeldt deze opmerking van Th. Gaisford. *) Vergelijk Rapport van de staatscommissie tot reorganisatie van het Hoger Onderwijs. 's-Gravenhage 1949, XVIII.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen