Jaarboek 1965 - pagina 197

met de publicatie van Bibliotheekinformatie. Het ligt in de bedoeling deze publicatie in 1966 onder te brengen in Ad Valvas. De integratie van de bibliotheek in het geheel van de Nederlandse bibliotheken vond goede voortgang. De bibliotheek is vertegenwoordigd in de Rijkscommissie van advies inzake het bibliotheekwezen en in het bestuur van de Sectie Wetenschappelijke Bibliotheken van de Nederlandse vereniging van bibliothecarissen. Personeel van de bibliotheek nam deel aan de conferentie over het Weinberg-report, aan werk van secties, commissies en redacties. Naast de bespreking van het Weinberg-report, waarvan verslag werd gedaan in Universiteit en Hogeschool van september 1965, vond een uitvoerige bespreking plaats van de problemen inzake het nationale leenverkeer en van die inzake de functie van de wetenschappelijke medewerker in de bibliotheken der universiteiten en hogescholen. Deelname aan deze besprekingen en bestudering van de literatuur over moderne bibliotheek problemen werd telkens gestimuleerd. Uit studie en bespreking resulteerde het inzicht dat, zoals beheer en onderzoek zelfstandige functies geworden zijn naast het onderwijs der universiteiten, zo ook de literatuur-deskundigheid een zelfstandige functie zal moeten worden naast onderwijs en onderzoek. Integratie van beheer, onderwijs, onderzoek en Uteratuurdeskundigheid kan pas plaats vinden na onderkenning en erkenning van elk van deze te integreren specifieke functies. De groei van het aantal wetenschappelijke onderzoekers is exponentieel, zodat 90 % van alle onderzoekers die ooit geleefd hebben thans leeft en werkt. De groei van het aantal pubUcaties volgt de groei van het onderzoekersaantal op de voet. Daarmee neemt ook de omvang der bibliotheken enorm toe, evenals dat der bibliotheekproblemen. Gevolg is dat de behoefte aan literatuurdeskundigen, die de enorm toegenomen literatuurproductie als verslag van onze wetenschappelijke kennis kunnen exploreren ten behoeve van de onderzoekers aan het front der wetenschap, in de komende decenniën snel zal stijgen. Een levende universiteit, bezig met de opbouw van een bescheiden maar moderne bibliotheek, zal er goed aan doen tijdig te bestuderen of hier ook voor haar een taak wacht. J. Stellingwerff, Bibliothecaris der Vrije Universiteit 195

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen