Jaarboek 1967 - pagina 70
zijn zeer bekend geworden populariserende publicaties, waaronder speciaal het tijdschrift „Moeder" genoemd moet worden - karakteriseerde ,,Trouw" hem niet als „de man van Moeder" ? Het is hier niet de plaats uitvoering over deze activiteiten te spreken. Maar ongenoemd mogen zij niet blijven, want hieruit blijkt niet alleen, dat zijn theoretische beschouwingen geen onvruchtbare speculaties waren, maar vooral ook dat hij een juiste kijk had op de maatschappelijke functie van een universiteit. Een universiteit - in het bijzonder een Christelijke behoort het volk te dienen door haar onderzoeksresultaten ter beschikking te stellen ten algemene nutte. Ook deze kant van zijn arbeid heeft grote vrucht gedragen, de gereformeerde jeugd heeft veel aan Waterink te danken, doordat hij hun vaders en moeders (met taarten!) heeft geleerd hoe men waarlijk christelijk, d.i. door liefde gedreven en gedragen, kan opvoeden. Geachte toehoorders, het zij mij vergund aan het eind van dit college mij in het bijzonder tot de aanwezige studenten in de psychologie en pedagogiek te richten. Slechts zeer weinigen onder U zullen hem persoonlijk gekend hebben of persoonlijk colleges van hem hebben gevolgd. Misschien kent U hem alleen uit de stoet der professoren bij plechtige Senaatszittingen, waar hij zijn zwierige eretekenen met zwier wist te dragen. Daarom is het, dacht ik, goed nog eens voor U samen te vatten hoe wij (ik meen namens mijn collega's te mogen spreken), zijn opvolgers en bijna allen zijn leerlingen, hem hebben gezien. Hem, de grondlegger van de twee subfaculteiten, die der psychologie en der opvoedkunde, aan de Vrije Universiteit. De V.U. die hij //f/had! Ik heb hem zoeven meer pedagoog dan psycholoog genoemd. Ik vrees daarmee misschien een verkeerde indruk te hebben achtergelaten, nl. die van een betweter, een betuttelaar, een dirigistische docent (pedagogen hebben nu eenmaal een niet zo beste naam en zij hebben het inderdaad er naar gemaakt). Waterink had iets onderwijzends, iets belerends in zijn optreden - maar hierop alleen te letten geeft een eenzijdige en onjuiste kijk. Naast pedagoog-didacticus was hij toch ook een therapeut. Kinderen, mensen, in nood op zijn weg ontmoetend (door God op zijn weg geplaatst, zou hij zeggen), trachtte hij steeds concreet te helpen. Dit helpen gebeurde niet op grond 68
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967
Jaarboeken | 172 Pagina's