GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1967 - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1967 - pagina 51

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

van woorden tot de zaak zelf kwam, die graag doorzette, wat hij begonnen was, maar die ook het eenmaal aangevatte liet vallen, indien hij ervan overtuigd raakte, dat het zó niet het juiste was. Een „good looser". Een man, die nooit belangrijk deed, als U begrijpt wat ik bedoel; die nooit etaleerde, in tegendeel, een man met een grote dosis gevoel voor humor en een zeer aangenaam aandoende zelfironie. Een man én een geleerde, die op een beminnelijke wijze met zijn studenten omging, of deze studenten nu Gotisch, OudSaksisch of Oud-Engels bij hem volgden; voor hen, die Fries bij hem liepen, was hij nog meer dan dat, want nu ja, dat waren dan ook lui, die of Friezen waren of die zich voor zijn Friese taal en cultuur interesseerden. En dan had je hem helemaal. Dan kon hij een vader zijn, die met krachtige, maar toch zachte hand leidde. Een man, die op het tentamen en examen een zeer tegemoetkomende houding aannam, die de student vaak de indruk gaf, dat het nog niet zo gek gegaan was, terwijl dan het latere oordeel tegenover mij luidde: „een minimumklant, maar ach het ging nog wel". Een hoogleraar, zoals zich vele studenten die wensen. Misschien zijn er onder U, die hem anders bezagen, die andere dingen van hem willen horen. Misschien o.a. dit, dat hij ook goed tegen een plagerijtje kon, zo op het éérste gezicht. Die altijd een lachend antwoord had, wanneer men hem nogal eens ietwat smalend voor de zoveelste keer de slag bij Warns voor de geest toverde. Maar is het dan ook uw mening, dat hem dit toch vaak ietwat stak? Want men kwam dan in feite aan zijn grote liefde: de liefde van zijn hart, die liefde, waarvan zijn ganse werk doortrokken was, de liefde voor zijn land, voor zijn volk, de liefde voor zijn ,,heitelan", en dat was ook eigenlijk de hefde voor zijn vak, of, indien U dit persé wilt, de liefde voor de tak van wetenschap, die hij bij voorkeur beoefende: het Fries; voor hem: de taal - het volk - de ganse cultuur - de ganse bekende en onbekende geschiedenis - het land van de ,,griene greiden" en „sin teal", waarin men, zoals hij die zich uiterst zelden op elegische of lyrische toon uitdrukte, dan toch maar in zijn boek: „De Liwwarder an 't wood" opmerkt, zulke „heerlijke verzen kon schrijven". Fokkema, de minnaar dus van het Fries, maar ook de dienaar van het Fries. Hoe kwam deze Fries er toe van minnaar dienaar te worden, zijn wetenschappelijke gaven in dienst te stellen 49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

Jaarboeken | 172 Pagina's

Jaarboek 1967 - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

Jaarboeken | 172 Pagina's