Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 325

beslissing; en als dat niet het geval was, dan was er toch wederzijds begrip voor de uiteenlopende standpunten. Ik heb vandaag behoefte daarvoor de erkentelijkheid van curatoren uitdrukkelijk uit te spreken. We gaan over naar een nieuwe organisatie volgens de Wet Universitaire Bestuurshervorming. Het is niet moeilijk om op die W.U.B.-opzet kritiek te leveren. Opvallend is dat je vóórdat je goed en wel met de W.U.B, gaat werken de wet al moet gaan interpreteren. Ik beperk me tot één vraag. Zou het niet, voor wat betreft de verhouding universiteitsraad college van bestuur, de best werkbare richtlijn zijn als we stellen: de universiteitsraad neemt beleidsbeslissingen en het college van bestuur is belast met beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering? Ik noem het niet meer dan een richtlijn want het kan in bepaalde gevallen wellicht doelmatig zijn dat de universiteitsraad zèlf een stuk beleidsvoorbereiding verricht, maar als regel zal die voorbereiding m.i. beter kunnen gebeuren door het apparaat dat aan het college van bestuur ter beschikking staat. Deze en dergelijke vragen zullen overigens nog aan de orde moeten komen als de nieuwe bestuursvorm gaat functioneren. Die organisatie op zichzelf blijft overigens bijzaak. Voor geen enkele werkgemeenschap bestaan regels voor een vaste organisatie die de enig juist zou zijn. Een organisatie drijft op de mensen die erin werkzaam zijn en is net zo sterk als de mensen die bereid zijn die organisatie te dragen. En verder: de organisatie is niet alleen afhankelijk van wat er binnen de universiteit gebeurt; ze is ook afhankelijk van de omgeving waarin ze moet functioneren. Die omstandigheden van buiten en van binnen zijn aan ontwikkeling onderhevig - ze wijzigen zich voortdurend. Elke organisatie moet zich daarom richten op een doel, dat niet verankerd is, maar dat zich steeds beweegt. Een instituut als de Vrije Universiteit moet zich in die dynamiek opgenomen weten - wij zullen nooit kunnen rusten in een menselijke organisatie. Die nieuwe bestuursvorm zal overigens wel spoedig op de proef gesteld v/orden. In de jaren die we tegemoet gaan zullen zich bijv. ingrijpende bestuurlijke vragen aandienen ten aanzien van de onderlinge samenwerking tussen de verschillende instellingen van wetenschappelijk onderwijs in Nederland. De hoofdvraag is daarbij: hoe kunnen we als Vrije Universi323

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen