Jaarboek 1976-1977 - pagina 93

zij hoe torisch vas de en de ;esteld. 1 soms •mocht

lie van ig kon zonder lijk en jorden ropese

igrijke oude. ch bij schoeggen, •deeld. ;ht en mens andere nd hij )eilijk-

schonken njpe levenswijsheid. In de Koninklijke Academie van Wetenschappen was hij een gerespecteerde figuur, Of de ontslapene, die wij als een groot hoogleraar met weemoed nastaren, door de huidige studenten zou zijn aanvaard? Ik meen van wel, vooreerst omdat de breedte zowel als de diepgang van zijn met zeldzaam gemak uitgesproken colleges eerbied afdwongen. Vervolgens omdat een naieve nuchterheid bij tijden ontwapende; hij vroeg, de betonnen blokkendoos, waarin wij voor onze universiteitsarbeid vertoeven, bekijkend: Dit gebouw is toch niet om te studeren? Hij zou er geen voet gezet hebben, tenzij dan wanneer het strikt nodig was. Iets anders is of hij de fakulteit zoals zij thans reilt en zeilt zou hebben aanvaard. Ik ben er zeker van dat hij met Burke had ingestemd die in zijn Reflections on the French Revolution zegt: „It has been the misfortune (not as these gentlemen think it the glory) of this age that everything is to be discussed". Hij zou trouwens, indien al een bijeenkomst bezoekend, pas bij de rondvraag verschenen zijn, daar hij kon vergeten wat hij wilde, Met opzet haalde ik Burke aan. Dikwijls heb ik eraan herinnerd hoe ons terughouding betaamt in het meest persoonlijke. Wij oordelen in de regel niet over anderer diepste levensgrond zonder overschrijding van ons gestelde grenzen en zullen wat ons zelf betreft eveneens het best sober kunnen blijven, Maar geheel behoren wij niet te zwijgen en mogen dat zelfs niet. Engelands wellicht indrukwekkendste schrijver over historisch staatsrecht zeide vlak voor zijn einde te vertrouwen op de „mercy, which I have long sought with unfeigned humiliation and to which I look forward with trembling hope", Herman Dooyeweerd zou niet hebben gewild dat deze simpele bijdrage tot herdenking met een ander woord besloten was.

ludert, ;ht ten . Zijn h van Lchterd, het If wat oelen,

I. A. Diepenhorst

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen