Jaarboek 1980-1981 - pagina 46

Bovendien, werkelijke machtsmiddelen zijn van onze kant niet of nauwelijks aanwezig. Was het in de middeleeuwen nog zo dat een universiteit het stadsbestuur kon dreigen met vertrek uit de stad en vestiging elders - hetgeen voor de stad tot aanzienlijk verlies in aanzien zou leiden - dreigementen onzerzijds nü maken weinig indruk. Nu we toch even verder zien dan het hier en nu, wil ik het recent uitgebrachte rapport van het Britse University Grants Committee niet onvermeld laten. Geplaatst voor de opgave de voor komende jaren ter beschikking gestelde gelden voor de Britse universiteiten te verdelen kwam deze commissie met vergaande voorstellen, om de gewenste bezuiniging van 30% te effectueren. Na voortdurende uitbreiding - met name in de zestiger jaren - zowel voor wat betreft de omvang van als het aantal universiteiten, werden voorstellen gedaan die de komende jaren kunnen leiden tot het sluiten van 3 van de 45 universiteiten, het sluiten van faculteiten, het opheffen van 3000 docenten-posities en een verlaging van het studenten-aantal met 20.000. Opmerkelijk was voorts dat deze bezuinigingen met name de technische opleidingen zullen treffen. Zulke bezuinigingen zullen ingrijpende invloed uitoefenen op industriële vernieuwing, innovatie in het algemeen en het niet tot ontplooiing brengen van onmisbaar talent. Om de veranderingen die óns te wachten staan te verduidelijken wil ik me met U eens even in gedachten verplaatsen in de situatie van een Ie jaars student voor wie op 2 september 1991 de lessen geopend worden. Uit de tegen die tijd te verwachten situatie aan de universiteit die hij of zij binnentreedt, zijn enige conclusies voor nu te trekken. Tussentijdse wijzigingen voorbehouden, wordt op de 2e september 1991 de 10e cursus geopend waarin het onderwijs volgens de Twee-fasenstructuur gegeven wordt. Terzijde - ongetwijfeld zijn we dan met ons allen weer bezig met het denken over nieuwe structuren. Te hopen is dat dan wel erkend zal worden dat onderwijsvernieuwingen pas echt gestalte kunnen krijgen, als ze uit het onderwijsveld zelf naar voren komen. De in 1991 aankomende student heeft waarschijnlijk de 3- of 4-jarige middenschool bezocht en daarna nog 2 of 3 jaar de bovenschool. De middenschool heeft de student behoed voor een te vroege studie- of beroepskeuze. Of een zó lang uitstel als dan bestaat nodig of wenselijk was, is vers twee. Volgens de oorspronkelijke plannen van (oud-)minister Van Kemenade werd bij het verlaten van de middenschool een ontwikkelingsprofiel opgesteld, waarin naast indicaties over niveau, vaardigheden, begaafdheden en aanwijzingen voor verdere studie - en beroepsmogelijkheden 44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen