Jaarboek 1980-1981 - pagina 131

H E R D E N K I N G S R E D E , uitgesproken door prof.mr. I.A. Diepenhorst, op 25 februari 1981. Het wordt in de regel niet als een gemakkelijke taak beschouwd een Ter nagedachtenis te vervaardigen en uit te spreken. Bij het graf van Koning Willem III zei de toenmalige hofpredikant C E . van Koetsveld: 'Wel weten wij allen hoe opbruisend en hartstochtelijk het karakter van de overledene was en hoe hij, in alles oprecht, als mens vaak het zelfbedwang miste, dat hem als Koning sierde. Waartoe zou ik het voorbijgaan? Ik heb hem nooit gevleid bij zijn leven en denk het niet te doen in zijn dood'. Iets anders was de oplossing van een overigens gewetensvol historicus Sir Sidney Lee, die van Edward VII, die bekend was om zijn naar zich toeklauwen van voedsel en het gulzig opschrokken van de hem voorgezette schotels, sierlijk schreef: 'He had a splendid appetite at all times and never toyed with his food'. In calvinistische kring is er soms de neiging om de lage algemene waardering van de menselijke natuur te verenigen met een soms buitenstaanders wat verrassende uitbundige schets van persoonlijke kwaliteiten en verdiensten. Nog steeds is - ik herinnerde er vaker aan - behartigingswaard de waarschuwing die Cromwell richtte tot de kunstenaar die hem zou contracteren: 'Mr. Lilly, I desire you would use all your skill to paint my picture truly like me and not to flatter me at all. But pointing to his own face - remark all these pimples, warts and everything as you see me; otherwise I will never pay a farthing for it'. Vanmiddag behoeft er al heel weinig ingekleed of verhuld te worden. Waar het er toch om gaat om met name mr. Donners arbeid ten behoeve van de Vrije Universiteit verricht zowel te schetsen als te waarderen, kan veel blijven rusten. Zijn trouwens betrekkelijke buitenstaanders gerechtigd tot een oordelen over hetgeen dikwijls ook in vertrouwde kring eerder wordt vermoed dan met zoveel woorden uitgesproken. Behoort men verder niet ieder mens de eigen zelfbescherming te laten en dit te eerder als hij deze kennelijk ook bewust zocht en men zich niet dadelijk openstelde? Overigens zou er hier voor een vergelijking met Eduard VII al heel weinig reden zijn. Anders dan deze Engelse vorst was mr. Donner, een matig en opvallend spaarzaam man, zichzelf uit overtuiging zekere beperkingen - zo die van de geheelonthouding - opleggend, bezoeker van nogal wat sociale gebeurtenissen, maar dan vooral vanwege de mensen die hij er ontmoette, het bevredigen van zijn drang tot weten en nieuwsgierigheid, de behoefte om zijn kennis te verrijken van Nederland zoals het reilde en zeilde, van het leven zoals het zich voordeed in de verschillende 129

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen