Jaarboek 1985-1986 - pagina 26

onderwijs- en studieprogramma's. Er zullen mogelijk geheel nieuwe moeten worden gemaakt, soms te koste van oude. Nieuwe curricula moeten ontwikkeld worden voor ze worden aangeboden; dat vergt investering en onder wijs vernieuwingsbeleid in de faculteit op centraal niveau. In veel gevallen zal bovendien interfacultair moeten worden overlegd, ter organisatie van interfacultaire samenwerking. Op het vervullen van dergelijke rollen en functies zullen bestuursleden geselecteerd en geworven moeten worden. Daarbij hoort een aanbod voor training. Onderlinge taakverdeling in bestuursportefeuilles is doelmatig. Goede bijstand is onmisbaar. Te denken valt aan een vaste onderwijscoördinator in de faculteit, voor het dagelijks bestuur en de ontwikkeling van de onderwijsorganisatie. Het middelenbeheer is een belangrijk deel van het facultair management. Een faculteitsbestuur met de geschetste taakstelling kan niet zonder een sterk secretariaat. Personeelsbeleid is altijd een vitaal onderdeel van faculteitsmanagement geweest. Samenstelling, inzet en samenwerking van faculteitsstaf hebben grote invloed op de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Vandaar het belang van werving, selectie, begeleiding, training, enz. van individuele stafleden, maar ook van regelmatige revisie van taakverdeling en feitelijke taakstelling, in samenhang met vernieuwing in programma's. Van nature is de collegiale organisatie niet geneigd tot en ingesteld op veranderingen, die verworven posities en vrijheden aantasten. Het bestuur is er voor om de status quo zo nodig aan te tasten en de noodzakelijke veranderingen aanvaard en uitgevoerd te krijgen. Dit alles betekent, in bestuursjargon, managementsontwikkeling voor de faculteit. Dat is een nooit eindigend proces, dat ook al lang gaande was voor de term bekend was. ledere faculteit zal moeten nagaan wat voor de situatie-nieuwe-stijl een goede norm en een goed plan voor managementsontwikkeling zou zijn. Dat is werk aan de winkel voor de huidige faculteitsbesturen, en voor het overleg tussen hen en het College van Bestuur. 6. Bij academische autonomie hoort rekenschap, zelfbeoordeling, externe toetsing, verantwoording, verslaggeving, in verschillende relaties en vormen. De HOAK-nota en het daarover gevoerde overleg leiden tot een nieuw element op dit gebied, de systematische externe beoordeling. Incidenteel en op het gebied van het onderzoek kennen we die al van verkenningscommissies en discipline-adviezen. De bestuurstechnische term voor zo'n beoordeling is 'audit', een kritische beoordeling door onafhankelijke deskundigen. De beoordeling heeft betrekking op de professionele activiteiten, onderwijs en onderzoek. Introductie van 'audits' wordt verbonden aan de afschaffing van het Academisch Statuuut. Deskundigheid zal bij vakgenoten gezocht moeten worden. Gepaard aan de eis van onafhankelijkheid wijst dit, zo mogelijk, in de richting van buitenlanders. In de hiërarchische lijn, van faculteit naar universiteit en van universiteit naar minister, kan moeilijk van onafhankelijkheid gesproken worden, en zal in het algemeen ook geen deskundigheid bestaan. In die bestuurlijke lijnen hebben verantwoording en 24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen