Jaarboek 1986-1987 - pagina 40

teitsdiscussie, dispuutsfeest). Indien deze uitingen niet systematisch storend of kwetsend zijn, of niet "contra deum aut bonos mores" zoals dat vanoudsher operationeel gezien niet geheel scherp, maar op voor ieder toch niet mis te verstane wijze is geformuleerd, dienen ze naar onze opvatting met de nodige tolerantie te worden tegemoet getreden. Vaak heeft het sociale systeem zelf de beschikking over voldoende mogelijkheden tot afweer of correctie, en werken universitaire sancties in dezen veelal averechts. - Ten tweede kunnen affiniteiten zich uiten middels lidmaatschappen van organisaties, partijen, clubs, religieuze bewegingen, etc. Indien het daarbij gaat om niet bij de wet verboden organisaties (Centrum Partij, Hells Angels) is er als zodanig geen reden voor een verbod of sanctionele maatregelen. Indien dit wel het geval is (Rote Armee Fraktion, Action directe) dient een dergelijke zaak via de normale justitionele wegen te worden opgelost. - Ten derde kunnen bedoelde opvattingen geuit worden middels optreden en gedrag: verspreiden van pamfletten, verstorend optreden, hinderlijk gedrag ten opzichte van (bepaalde categorieën) medestudenten, docenten, patiënten, administratieve stafleden... Indien daarbij de regels van het huis worden geschonden, óf als het door de betrokkenen als ongewenst, storend, bedreigend of vrijheid beperkend wordt ervaren (het is aan de "slachtoffers" dit vast te stellen; de beoordehng dient met gezond verstand en in redelijkheid te geschieden), dan is tuchtrechtelijk optreden geboden, primair gericht op preventie. Een keuze kan gemaakt worden uit: berisping, waarschuwing, tijdelijke ontzegging van toegang tot de campus, conditionele herinschrijving of een totaal inschrijfverbod. Vanzelfsprekend dient, als er sprake is van rechtsovertreding (smaad, bedreiging, fysiek of psychisch geweld), de strafrechter te worden ingeschakeld, eventueel gevolgd door tuchtrechtelijke preventieve maatregelen. Slechts in het enkele geval dat het optreden en gedrag een regulier onderdeel vormen van het onderwijsprogramma kan, zoals gezegd, een onderwijskundige toetsing met mogelijke repercussies voor diplomering overwogen worden. De conclusie ten aanzien van dit punt is derhalve dat met betrekking tot de vorming van waarden, attituden en ethische opvattingen via onderwijs, begeleiding en supervisie veel mogelijk is, en dat met name aan de Vrije Universiteit voor deze vragen veel en belangrijke aandacht op zijn plaats is. Echter met betrekking tot attitude-verandering, normen-bijstelling of gedragsbeïnvloeding zijn de middelen gelegen in de reguliere kanalen van toetsing, examinering of diplomering uiterst beperkt. 4. Kwaliteit en massa-onderwijs In Nederland zitten we met betrekking tot het Hoger Onderwijs met een dubbele erfenis van traditie en politiek die tot paradoxale toestanden heeft geleid. Enerzijds zal geen universitaire opleiding officieel zeggen concessies te willen doen voor wat betreft kwaliteit. Ten aanzien van topkwaliteit, excellentie en hoge academische 38

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen