GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 89

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ZENUWPHYSIOLOGIE ALS ZUIVERE WETENSCHAP

73

steeds meer „complementaire" onderdelen. Dat is een houding die doet denken aan die van de ,,luie en onnutte dienstknecht" die het hem uitgeleende talent zorgvuldig in een doek wikkelde en begroef om het later ongebruikt aan zijn Heer te kunnen teruggeven. Zijn de hcrsenphysiologische rcsp. de psychologische verschijnselen in principe volledig te beschrijven en te voorspellen ? In een der vervolgdelen van „De Kleine Johannes" voert van E e d e n een zekere professor Bommeldoos ten tonele die een microscoop had geconstrueerd waarmee hij zijn eigen hersenen kon observeren. Deze hooggeleerde had blijkbaar vergeten zich af te vragen in hoeverre door deze observatie zelf het geobserveerde veranderen zal. Bij elke physische meting is er een wisselwerking tussen object en meetinstrument. Het is een overbekend feit dat, terwijl in de macrophysica der dode systemen de verandering die optreedt tengevolge van de meting in principe altijd zó klein kan worden gemaakt dat het object of het te onderzoeken proces practisch niet verandert, de microphysica hier op onoverkomelijke bezwaren stuit. Het merkwaardige nu is dat in het levende macrophysisch object dat zichzelf observeert een gelijksoortige moeilijkheid optreedt; bij een eventuele zelfobservatie a la Bommeldoos —de practische onuitvoerbaarheid hiervan laten we buiten beschouwing — gaat gepaard met macrophysische veranderingen (veranderingen in de schorspotentialen) die in het observatieplan niet waren opgenomen; zodra de aandacht van de zichzelf observerende onderzoeker op deze veranderingen gericht wordt treden weer nieuwe verschuivingen in het waargenomene op etc. Het is bekend dat ook de psycholoog bij het gebruik van de z.g. introspectieve methode op dergelijke moeilijkheden stuit: zichzelf grondig observeren terwijl men woedend is, is practisch onmogelijk en bij de retrospectie stuit men weer op andere bezwaren. Het is goed zich van deze principieële moeilijkheden rekenschap te geven maar dat dit niet betekent dat b.v. de introspectieve methode geen zeer waardevolle gegevens kan opleveren geeft wel iedereen toe. Bij het onderzoek van de hersenprocessen en psychische verschijnselen van andere mensen — mutatis mutandis geldt dit ook voor experimenten op dieren — vervalt bovengenoemd bezwaar. De bij het psychologisch onderzoek van onze medemensen hiervoor in de plaats optredende moeilijkheden laat ik verder rusten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 89

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's