GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

38

J. R. VAN DE FLIERT

Wat de ongewervelde dieren betreft zou ik willen noemen de orde van de zogenaamde Tetracoralla en de voor de onderverdeling van het Palaeozoicum zo belangrijke subklasse van de Trilobieten, zeer merkwaardige kreeftachtige dieren. Van de gewervelde dieren zijn er reeds enkele orden van vissen, die in het Perm aan uitsterven toe zijn. De grens Mesozoicum-Kaenozoicum wordt zo onder meer gemiarkeerd door het uitsterven van de orde van de tabulate koralen, van de Ammonieten, een uiterst belangrijke groep van fossielen, die verwant zijn aan de thans nog levende Nautilus en iets minder nauw verwant aan de inktvissen. Op deze Ammonieten is de fijnere onderverdeling van het hele Mesozoicum gebaseerd. Voorts een paar zeer merkwaardige families van Lamellibranchiata (Mosselachtigen), de z.g. Rudisten, waarbij door een vastzittende leefwijze de linker- en rechterschaal zich ontwikkeld hebben tot een onder- en bovenschaal in de vorm van resp. een kelk en een deksel. Van de gewervelde dieren sterven verschillende orden van Reptielen uit. De naam Reptielen of kruipende dieren is overigens wel zeer misleidend, omdat de belangrijkste vertegenwoordigers, die we dan ook alleen maar fossiel kennen, viervoeters waren, die in het Mesozoicum hun bloeiperiode hebben gehad en de aarde bevolkt hebben op een wijze, die vergelijkbaar is met die van de Zoogdieren in het Kaenozoicum. b. Het optreden van nieuwe soorten en grotere eenheden. Naast het uitsterven van soorten en grotere eenheden kennen we ook uit de geschiedenis van het leven het optreden van nieuwe soorten en grotere eenheden, op bepaalde tijden en vooral wat de grotere eenheden betreft over de gehele aarde ongeveer tegelijkertijd. Dit laatste feit, het vrij plotseling verschijnen van nieuwe klassen en orden, die veelal reeds direct zeer gedifferentieerd schijnen te zijn, vormt als resultaat van het palaeontologisch en stratigraphisch onderzoek naast dat van de genetica een Van de belangrijkste oorzaken van de crisis in de theoretische biologie betreffende het evolutievraagstuk. Ik noem weer enkele voorbeelden; Ten eerste de grens PraecambriumPalaeozoicum: Het begin van het Cambrium wordt gekenmerkt door het plotseling optreden van een reeds zeer gespecialiseerde fauna van ongewervelde dieren, waaronder koralen, kreeftachtigen, slakken, Nautilusachtigen, Brachiopoden (Armpotigen) en stekelhuidigen. Hoewel men wat de palaeontologische gegevens betreffende de grens Cambrium-Praecambrium aangaat kan aanvoeren, dat de praecambrische gesteenten meestal zodanig veranderd zijn dat fossielen niet kunnen zijn bewaard gebleven, staat daar tegenover dat, op plaatsen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's